Taalverrijking 6.4

1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat zijn tegenstellingen?
A
Woorden die het tegenovergestelde betekenen
B
Woorden die hetzelfde betekenen

Slide 5 - Quiz

Wat is de tegenstelling van het woord 'tegenstelling'?
A
Overeenkomst
B
Verband
C
Samenhang
D
Vergelijking

Slide 6 - Quiz

Wat is de tegenstelling?
dun
boven
schoon
vol
laag

Slide 7 - Drag question

Tegenstellingen. Wat is de tegenstelling van 'ingewikkeld'?

Slide 8 - Open question

Tegenstellingen. Wat is de tegenstelling van 'meevaller'?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Beeldspraak/uitdrukking
Vergelijking
Haar ogen stralen als de lentezon.
Als een puppy huppelt de bal bij mij vandaan.
Er ligt een hart hier op straat.
Ze verdronk in emoties.

Slide 11 - Drag question

Tekst
Hij is zo gezond als een vis
De maan is als een kromme neonlamp.
De appel valt niet ver van de boom.
Uitdrukking
Vergelijking
Vergelijking

Slide 12 - Drag question

Challenge: Schrijf zoveel mogelijk tegenstellingen op in 1 minuut!
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide