Blok 4 Grammatica leerjaar 1 BBLKBL/TL

Blok 4 Grammatica
leerjaar 1
BBL/KBL/TL

29-01-2021
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 4 Grammatica
leerjaar 1
BBL/KBL/TL

29-01-2021

Slide 1 - Slide

Startopdracht
- Schrijf op een nieuwe blz. bovenaan in je schrift: 'Blok 4 Grammatica´, datum in kantlijn: 1-2.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- je herkent een werkwoord en kunt persoonsvorm, hele werkwoord, voltooid deelwoord en werkwoordelijk gezegde benoemen;
- je kunt een bouwplan van een zin maken;
- je kunt een zin in zinsdelen verdelen;
- KBL: je kunt het onderwerp benoemen en de getalproef toepassen;
- TL: je kunt het lijdend voorwerp van een zin benoemen.

Slide 3 - Slide

Terugblik 
Blok 4 Grammatica:
- BBL: blz. 145 en 146, m. opdr. 6;
- KBL: blz. 168 en 169, m. opdr. 7;
- TL: blz. 183, m. opdr. 8.


Slide 4 - Slide

Het werkwoord 'rennen';  heeft 1 vraag nodig: 

Wie of wat doet het? 

Wij rennen

Slide 5 - Slide

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm

Slide 6 - Open question

3 werkwoordsvormen
- pv: zit altijd in iedere zin
- hele werkwoord: wij-vorm in de tegenwoordige tijd
- voltooid deelwoord: begint vaak met ge, be, ver. Eindigt op 't', 'd' of 'en'. Vorm in de verleden tijd. Vaak bij de werkwoorden 'zijn' en 'hebben'. 

(alle ww in de zin = wwg)

Slide 7 - Slide

Hele werkwoord
Voltooid deelwoord
moeten
hardlopen
geslapen
Overleden

Slide 8 - Drag question

Zinsdelen
- werkwoorden = doe-woorden;
- andere woorden;
- je bouwt een zin met stukjes informatie;
- een stukje noem je een zinsdeel;
- een zinsdeel bestaan uit een woord of een woordgroep.

Slide 9 - Slide

Zinsdelen 2
- BBL: m. opdr. 6, 8 en 9, 11, 13
- TL: m. opdr. 10 , 11, 14

- KBL doet nog even mee! 

Slide 10 - Slide

KBL: Onderwerp
- vraag: wie of wat = ond;
- vraag: wat gebeurt er = wwg

- vb.: De wind (ond) waait (wwg) hard vandaag.

Slide 11 - Slide

KBL: Getalproef
- Het ond (onderwerp) en de pv (persoonsvorm) horen bij elkaar;
- Een zin staat in ev (enkelvoud) of mv (meervoud);
- Onderwerp vinden? Getalproef!
- Verander de pv van ev naar mv of andersom.

Slide 12 - Slide

KBL m. opdr.
- m. opdr. 9, 11 en 14 (wordt huiswerk 03/02).

- TL doet weer even mee!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

(TL) Lijdend voorwerp
Samengevat:

Je stelt de vraag: Wie of wat + wwg + ond

Slide 15 - Slide

LV: wie of wat + wwg + ond
Ik eet een broodje hamburger
A
een broodje hamburger
B
eet
C
ik
D
broodje hamburger

Slide 16 - Quiz

LV: wie of wat + wwg + ond
Zal ik een woordenboek pakken?
A
zal pakken
B
woordenboek
C
ik
D
een woordenboek

Slide 17 - Quiz

Wat heb ik geleerd vandaag?
- ik herken een werkwoord en ik kan persoonsvorm, hele werkwoord, voltooid deelwoord en werkwoordelijk gezegde benoemen;
- ik kan een bouwplan van een zin maken;
- ik kan een zin in zinsdelen verdelen;
- KBL: ik kan het onderwerp benoemen en de getalproef toepassen;
- TL: ik kan het lijdend voorwerp van een zin benoemen.

Slide 18 - Slide

huiswerk 03/02
- BBL: m. opdr. 8, 9, 11 en 13;
- KBL: m. opdr. 9, 11 en 14;
- TL:  m. opdr. 10, 11 en 14.

Slide 19 - Slide