2H - woensdag 25 september

Clase de español
el cuaderno
el portátil
el libro de trabajo
el libro de texto
Reporteros 1 unidad 1:
Mis amigos y yo 
Clase: 2H
el bolígrafo
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Clase de español
el cuaderno
el portátil
el libro de trabajo
el libro de texto
Reporteros 1 unidad 1:
Mis amigos y yo 
Clase: 2H
el bolígrafo

Slide 1 - Slide

Hoy es miércoles 25 de septiembre de 2024
¿Qué vamos a hacer?     
1. Presentie
5 min
2. Repetir: ser y tener
5 min
3. Gramática: Los artículos (de lidwoorden) + het geslacht
15 min
4. ¡A trabajar!    
20 min
5. Afsluiten
5 min
Después de esta clase...
... heb je de betekenis en de vervoegingen van de werkwoorden ser en tener herhaald.
... heb je geleerd wat de bepaalde en onbepaalde lidwoorden zijn in het Spaans.
... heb je geleerd hoe je het verschil kunt zien tussen mannelijke en vrouwelijke woorden.

Slide 2 - Slide

SO Unidad 0 - woorden & zinnen SP-NL/NL-SP
2H2: vrijdag 11 oktober
2H3: donderdag 10 oktober 

Slide 3 - Slide

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él

Slide 4 - Drag question

Wat betekent 'tener'?

Slide 5 - Open question

Yo ........... dos libros.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 6 - Quiz

Ana ........... tres coches.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 7 - Quiz

Pablo y yo no ........... hermanos.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 8 - Quiz

Juan y Francisco ........... muchos amigos.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'ser'?

Slide 10 - Open question

ellos/ellas/ustedes
nosotros/as
yo
él/ella/usted
vosotros/as

Slide 11 - Drag question

Los artículos (de lidwoorden)
Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

Slide 12 - Slide

Leer altijd het lidwoord ook wanneer je vocabulario leert: zo weet je of het woord vrouwelijk of mannelijk is!
Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

Slide 13 - Slide

FEMENINO
MASCULINO
AMIGA
MOTO
HOMBRE
CHICA
RELOJ
APELLIDO
MANO
LIBRO
MESA
MAPA
PROFESORA
AMOR
HERMANO
FECHA 
MANZANA
ABUELO

Slide 14 - Drag question

Vocales y consonantes

Slide 15 - Slide

Género de los sustantivos
Sustantivo = zelfstandig naamwoord

Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

Slide 16 - Slide

Género de los adjetivos
Adjetivo = bijvoeglijk naamwoord

Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

Slide 17 - Slide

¡A trabajar! 
Maken: Libro de trabajo (werkboek) página 22 y 23. 
ejercicios: 8, 9, 10, 12, 13. 

Nodig: Libro de texto (tekstboek)  página 26 y 27
+ eigen aantekeningen 

Slide 18 - Slide

Evaluación
Después de esta clase...
... ken je de bepaalde en onbepaalde lidwoorden in het Spaans.
... weet je het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke woorden.

Slide 19 - Slide

¿Qué palabra es femenina? /
Welk woord is vrouwelijk?
A
ordenador
B
gato
C
actor
D
casa

Slide 20 - Quiz

______ corona
A
la
B
el
C
los
D
las

Slide 21 - Quiz

______ coche
A
una
B
un
C
unos
D
unas

Slide 22 - Quiz

______ directora
A
la
B
el
C
los
D
las

Slide 23 - Quiz