Wiskunde Formules herhaling deel B

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Wiskunde formule deel B

Leerdoelen 

- Formules maken bij een grafiek

Leerdoelen 

- Formules maken

- formules maken bij een grafiek

- Formules maken bij een tabel

Formule maken

Stap 1: Variabele verticale as 

Stap 2: = teken 

Stap 3: begingetal 

Stap 4: + of - 

Stap 5: stijg of daalgetal

Stap 6: x variabele horizontale as

hoogte in cm = 10 + 5 x tijd in weken

Even oefenen: beantwoord voor jezelf

a. Waar gaat de grafiek hiernaast over?

b. Wat is het begingetal van de grafiek?

c. Hoeveel euro komt er per uur bij?

d. Wat is het stijggetal,

dat bij de grafiek hoort?

 

 

aantal

240

aantal

Antwoorden: 

a. Waar gaat de grafiek hiernaast over? 

    Over de verdiensten van Ralf.

b. Wat is het begingetal van de grafiek? Het begingetal is 5.

c. Hoeveel euro komt er per uur bij? Per uur komt er €3 bij 

d. Wat is het stijggetal, dat bij de grafiek hoort? 

    Stijggetal dat bij de grafiek hoort is 3.

 

 

aantal

240

aantal

Formule maken bij de grafiek

Maak de formule bij de grafiek. 

 

 

aantal

240

aantal

hoogte in cm = 30 - 7,5 x tijd in uren

Maak de formule bij de grafiek. 

aantal liters = 4000 - 1000 x tijd in uren

Maak de formule bij de grafiek. 

gewicht in kg = 0,5 + 0,5 x leeftijd in weken

Maak de formule bij de grafiek. 

gewicht in g = 80 + 24 l

Zo maak je een formule bij een tabel: 

1. Begin met de variabele onder in de tabel. Daar zet je een = achter.
2. Begingetal. Staat onder de 0.
3. Stijggetal of daalgetal.
   Reken terug naar 1!
4. Op het eind schrijf je de variabele op die boven in de tabel staat. 

gewicht in kg =

1

gewicht in kg = 105

2

gewicht in kg = 105 - 2

3

gewicht in kg = 105 - 2 x tijd in maanden

4

Schrijf de formule op die bij de tabel hoort:

Schrijf de formule op die bij de tabel hoort:

Wat is het
begingetal?

Wat is het stijggetal?

Bereken de kosten voor
a = 12

De prijzen veranderen. Per km moet je €0,12 meer betalen en het vaste bedrag daalt met €0,15. Wat is de nieuwe formule?

Gerard reist 12 km. Wat moet hij volgens de nieuwe formule betalen?
ritprijs in € = 0,64 + 0,24 a
a = reisafstand in km

Welke formule heeft als begingetal 2?

1. a
2. b
3. c
4. d

Welke formule heeft er als stijggetal 3?

1. a
2. b
3. c
4. d

Wat staat er onder de 20?

30

27,50

25

Maak de formule bij de grafiek. 

gewicht in g = 80 + 24 l

Wat is het begingetal?

 

 

aantal

240

aantal

7,50

Wat is het stijggetal?

 

 

aantal

240

aantal

Stijggetal = 11,50

30,50 - 7,50 = 23      23 : 2 = 11,50

Schrijf de formule op die bij de tabel hoort:

 

 

aantal

240

aantal

inkomsten in € = 7,50 + 11,50 t

Of 

inkomsten in € = 7,50 + 11,50 x tijd in uren