Bespreek in tweetallen, beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is de volgorde van het zeggen van de tijd?
2. Wanneer gebruik je 'es' en wanneer 'son'?
3. Wanneer gebruik je 'y' en wanneer 'menos'?
4. Wanneer gebruik je 'en punto'?
5. . Waar moet je nog meer aan denken?