H3 ch 1 cours 6a Parle-moi de toi

BONJOUR H3B
BIENVENUE
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR H3B
BIENVENUE

Slide 1 - Slide

stof: toets pwweek
De woorden en zinnen van A, B, E, F, H ( De zinnen van E, F, H alleen van F-N)
De grammatica van C
De grammatica van G
De zinnen van D F-N en N-F
De zinnen van J alleen van F-N
+ 2 leesteksten.

Slide 2 - Slide

Programme du 11 octobre

Bloc F
Bloc  I 
 verbes er,ir, re
bloc H = tekst
vocabulaire




Slide 3 - Slide

devoirs
apprendre : voc E

apprendre : voc F
apprendre : bloc I = verbes réguliers
faire: 20 A, 21 A, 22 A + B, 23 B + C + D, 24 A + B + 31 B 




Slide 4 - Slide

E + F

Slide 5 - Slide

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
e
es
ons
ez
ent
e
e
e
ent

Slide 6 - Drag question

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
s
ons
ez
x
ent
s
x
x
ent

Slide 7 - Drag question

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
is
it
issons
issez
issent
is
it
it
issent

Slide 8 - Drag question

Wij kijken (regarder)

Slide 9 - Open question

Jullie kiezen (choisir)

Slide 10 - Open question

Hij wacht (attendre)

Slide 11 - Open question

correction
20 A, 21 A, 22 A + B, 23 B + C + D, 24 A + B + 31 B  

Slide 12 - Slide

il/elle est comment? 6x

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Bloc H (p. 14 TB)
Lisez le titre, le premier alinéa, regardez les photos.

Quel est le sujet?
C'est quel type de texte?
Deux parties: p. 14 et p. 15

-> ex. 27 (p. 26 WB)

Slide 15 - Slide

Tu sais décrire ton/ta camerade de classe?
Il/Elle est comment?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

verbes prominaux - wederkerend werkwoord
ik was me
Hij scheert zich
We kleden ons aan
Ze zien elkaar

Slide 18 - Slide

Wederkerende ww
wederk ww (se laver)

je me lave
tu te laves
il se lave
nous nous lavons
vous vous lavez
ils se lavent
gewoon ww (laver)

je lave
tu laves
il lave
nous lavons
vous lavez
ils lavent

Slide 19 - Slide

- zich wassen
- zich douchen
- zich opmaken
- zich aankleden
- elkaar zien
- zich haasten
- zich voorstellen
- zich amuseren
- zich voorbereiden
- elkaar ontmoeten


- se laver
- se doucher
- se maquiller
- s'habiller
- se voir
- se dépecher
- se présenter
-  s'amuser
- se préparer
 - se rencontrer

Slide 20 - Slide

maar ook: let op verschil
Frans: wederkerend
Nederlands: niet!

- se réveiller
- se lever
- se brosser les dents
- se coucher
- s'appeler




- wakker worden
- opstaan
- tandenpoetsen
- naar bed gaan
- heten

Slide 21 - Slide