This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3.4 - Faseovergangen
Slide 1 - Slide
Noem een voorbeeld van een faseovergang
Slide 2 - Open question
Stoffen komen voor in drie fases
vast vloeibaar gas?
Slide 3 - Slide
Aantekening ''faseovergang''
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Fase hangt af van temperatuur
Slide 6 - Slide
Smeltpunt en kookpunt
Onder het smeltpunt = vaste fase
Tussen smelt- en kookpunt = vloeibare fase
Boven het kookpunt = gasvormige fase
Slide 7 - Slide
Wat is het smeltpunt
A
Stof gaat van vast naar een gas
B
Stof gaat van vloeistof naar gas
C
Stof gaat van vloeistof naar vast
D
Stof gaat van vast naar vloeistof
Slide 8 - Quiz
Door welke faseovergang ontstaat mist?
A
Rijpen
B
Sublimeren
C
Verdampen
D
Condenseren
Slide 9 - Quiz
Hoe noem je de faseovergang bij deze situatie: Bij koud weer komen nevelwolkjes uit je mond
A
Stollen
B
Rijpen
C
Condenseren
D
Verdampen
Slide 10 - Quiz
Wat is het verschil tussen koken en dampen
A
Verdampen gebeurt alleen bij de bovenste laag van de vloeistof en bij koken door de hele vloeistof
B
Verdampen gebeurt bij de hele stof terwijl koken alleen effect heeft op de bovenste laag
Slide 11 - Quiz
Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Stollen
Slide 12 - Quiz
Welke faseovergang zie je op de afbeelding?
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Rijpen
Slide 13 - Quiz
Om welke fase overgang gaat het bij het verdwijnen van mist
A
smelten
B
verdampen
C
sublimeren
D
stollen
Slide 14 - Quiz
Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
sublimeren
smelten
stollen
rijpen
verdampen
Slide 15 - Drag question
Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak opdracht 51 t/m 54 Hoe? Maak het individueel. Bij vragen mag je eventueel overleggen met je buurman/buurvrouw. Doe dit zachtjes Hoe lang? 15/20 min Klaar? Je krijgt een blokje. Bereken hiervan de massa