2023_week 39_ les1_3v_herhaling grammatica Haben, sein, WERDEN

haben, sein, werden
(onregelmatige werkwoorden)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

haben, sein, werden
(onregelmatige werkwoorden)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

haben
A
haben /gehat
B
haben / gehad
C
haben/ gehabt

Slide 4 - Quiz

(haben) Sie .......
A
habe
B
haben

Slide 5 - Quiz

haben - er ...
A
habe
B
habt
C
haben
D
hat

Slide 6 - Quiz

du .................... (sein)
A
sein
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 7 - Quiz

sein: ihr
A
sind
B
seid
C
sein
D
sindet

Slide 8 - Quiz

werden

Het werkwoord werden heeft 2 betekenissen

-> Welke?




       

Slide 9 - Slide

werden
Vertaal deze zinnen in het Duits:

Jij wordt volgende week 14 jaar oud.
Wij zullen morgen terug komen.

werden = ......  /  ......




       

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke betekenis heeft werden?
Ich werde morgen abgeholt.
A
worden
B
zullen

Slide 12 - Quiz

Was werdet ihr machen?
A
gaan
B
worden
C
zullen

Slide 13 - Quiz

werden (Thomas)
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 14 - Quiz

(werden): Sie ...
A
wird
B
werd
C
werdet
D
werden

Slide 15 - Quiz

Welke betekenis heeft werden?
Was werdet ihr jetzt machen?
A
worden
B
zullen

Slide 16 - Quiz

(werden): wir ...
A
werde
B
werden
C
wirst
D
wirden

Slide 17 - Quiz

er (werden)
A
er wirt
B
er werdet
C
er wird
D
er werd

Slide 18 - Quiz

werden (ich)
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide