What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Affixes: prefixes and suffixes - 4 mavo
Affixes: prefixes & suffixes
Bram Eekman
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
100 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Affixes: prefixes & suffixes
Bram Eekman
Slide 1 - Slide
I know what prefixes and suffixes are
I can recognise prefixes and suffixes
I know the meaning of the most frequent prefixes and suffixes
I can use prefixes and suffixes correctly
Objectives
Slide 2 - Slide
Who already knows
what a PREFIX or SUFFIX is?
Do not know it
I think I know what it is
I know what it is
Slide 3 - Poll
ergens mee eens zijn =
ergens mee oneens zijn =
schrijven =
herschrijven =
een succes =
succesvol =
vriendelijk =
onvriendelijk =
Check your knowlegde
Slide 4 - Slide
ergens mee eens zijn =
to agree
ergens mee oneens zijn =
to disagree
schrijven =
to write
herschrijven =
to rewrite
een succes =
a success
succesvol =
successful
vriendelijk =
friendly
of
kind
onvriendelijk =
unfriendly
of
unkind
The translations
Slide 5 - Slide
ergens mee eens zijn =
to agree
ergens mee oneens zijn =
to
dis
agree
schrijven =
to write
herschrijven =
to
re
write
een succes =
a success
succesvol =
success
ful
vriendelijk =
friendly
of
kind
onvriendelijk =
un
friendly
of
un
kind
Meaning changes by prefixes and suffixes
Slide 6 - Slide
Prefix = voorvoegsel
A
prefix
is een
voorvoegsel
Het wordt
voor een woord geplaatst
: aan woord vast
Het
verandert
de
betekenis
een voorvoegsel kan
niet op zichzelf staan
VOORBEELDEN:
-
re
use,
un
kind,
dis
like,
im
possible
Slide 7 - Slide
Prefixes
non-/un-/im-/il-/in-/ir-
non-profit/uncertain/impossible/illegal
insecure/irrepsonsible
Re-
return / revisit/ replay
Mis-
miscommunication / misuse
Dis-
disappear / dislike / disobey
Give an
opposite
meaning to a word.
Again
Negative
meaning
Opposite
or
negative
meaning
Slide 8 - Slide
More common prefixes
Slide 9 - Slide
Suffix = achtervoegsel
A
Suffix
is een
achtervoegsel
Het wordt
achter een woord geplaatst
: aan woord vast
Het
verandert
de
betekenis
een achtervoegsel kan
niet op zichzelf staan
VOORBEELDEN:
-
end
less
, care
ful,
quick
ly,
attract
ive,
blood
y,
commerc
ial
Slide 10 - Slide
Suffixes
-er
slower, faster, easier
-ly
happily, honestly, quickly
-less
endless, hopeless, useless
-ful
careful, beautiful, sucessful, colourful
Vergelijkingen:
zegt iets over een persoon / voorwerp die/dat actie uitvoert
Verandert een bijvoeglijk naamwoord in een
bijwoord
:
zegt iets over het werkwoord
betekent
zonder
of
-loos
verandert zelfstandig naamwoord in een
bijvoeglijk naamwoord
.
Slide 11 - Slide
Do you now understand
what PREFIXES and SUFFIXES are?
Yes
A little bit
No
Slide 12 - Poll
Go to online
All Right
:
Unit 3, Lesson 3
Make
exercise 6
timer
10:00
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Affixes: prefixes and suffixes - 4 mavo
April 2023
- Lesson with
10 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
VTO 10022021
August 2022
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
2V - Affixes
April 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Prefixes and Suffixes: Building Blocks of Words
March 2023
- Lesson with
13 slides
2V - Affixes
November 2023
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
E. Grammar Affixes
March 2023
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Affixes
October 2024
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Prefixes and Suffixes
April 2024
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2