I Writing / Grammar

Begintaak
Pak je spullen. Ga in stilte aan de slag. Je mag geen vragen stellen. Je schrijft de zinnen in je schrift.
Geen schrift? Zorg dat je een blaadje krijgt, je hoeft het niet aan mij te vragen. Klaar? Wacht tot de timer is afgelopen en we gaan verder met de les. Maak zinnen van de woorden, ze staan nu nog door elkaar heen. De eerste zin is een voorbeeld. 
Voorbeeld:
angry? - are - Why - you = Why are you angry?
Nu jij:
favourite - What - your - colour? - is
Which - is - green? - apple
car? - my - is - Where
English? - do - we - have - When
Who - man? - is - that
school? - How - to - go - you - do

timer
5:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Begintaak
Pak je spullen. Ga in stilte aan de slag. Je mag geen vragen stellen. Je schrijft de zinnen in je schrift.
Geen schrift? Zorg dat je een blaadje krijgt, je hoeft het niet aan mij te vragen. Klaar? Wacht tot de timer is afgelopen en we gaan verder met de les. Maak zinnen van de woorden, ze staan nu nog door elkaar heen. De eerste zin is een voorbeeld. 
Voorbeeld:
angry? - are - Why - you = Why are you angry?
Nu jij:
favourite - What - your - colour? - is
Which - is - green? - apple
car? - my - is - Where
English? - do - we - have - When
Who - man? - is - that
school? - How - to - go - you - do

timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  1. Aan het einde  van de les kan je in je eigen woorden uitleggen welke persoonlijk voornaamwoorden er in het Engels zijn en een voorbeeld geven van een persoonlijk voornaamwoord in een zin.
  2. Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen welke vraagwoorden er zijn in het Engels en een voorbeeld geven van een vraagwoord in een zin. 
 

Slide 2 - Slide

I Writing / Grammar

Slide 3 - Slide

Numbers game

Slide 4 - Slide

This lesson
  1. Begintaak (5 min.) 
  2. Numbers game (5 min.)
  3. Grammar explanation (10 min.)
  4. Exercises 60 and 62c (10 min.)
  5. Independent work (? min.)
  6. End of the lesson!

Slide 5 - Slide

https://learnenglishteens.britishcouncil.org/grammar/a1-a2-grammar/question-words

Slide 6 - Slide

Grammar
Persoonlijke voornaamwoorden
Mensen
Dieren
Dingen
Question words

timer
10:00

Slide 7 - Slide

What word goes in this sentence:
_____ do you live?
A
Who
B
Why
C
Where
D
What

Slide 8 - Quiz

What word goes in this sentence:
_____ is your favourite food?
A
Who
B
Why
C
Where
D
What

Slide 9 - Quiz

What word goes in this sentence:
_____ is your birthday?
A
Who
B
Why
C
Where
D
When

Slide 10 - Quiz

What word goes in this sentence:
_____ is your phone number
A
Who
B
Why
C
Where
D
What

Slide 11 - Quiz

What word goes in this sentence:
_____ is your favourite singer?
A
Who
B
Why
C
Where
D
What

Slide 12 - Quiz

What word goes in this sentence:
_____ old is your brother?
A
Who
B
How
C
Where
D
What

Slide 13 - Quiz