Energie en Vermogen: Berekeningen en Toepassingen

Energie en Vermogen: Berekeningen en Toepassingen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ElectronicaMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 124 min

Items in this lesson

Energie en Vermogen: Berekeningen en Toepassingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je energie, vermogen, volt, ampère, joule en tijd berekeningen uitvoeren en toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over energie en vermogen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Energie
Energie is de capaciteit om arbeid te verrichten, zoals het verplaatsen van een object. Het wordt gemeten in joules (J).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vermogen
Vermogen is de snelheid waarmee energie wordt overgedragen of omgezet. Het wordt gemeten in watt (W).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Volt
Volt is de eenheid van elektrische spanning. Het symboliseert de hoeveelheid potentiële energie per lading.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ampère
Ampère is de eenheid van elektrische stroom. Het staat voor de hoeveelheid lading die per seconde door een geleider stroomt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Joule
Joule is de eenheid van energie, gelijk aan de energie die nodig is om een object met een kracht van 1 newton over een afstand van 1 meter te verplaatsen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tijd Berekeningen
Tijd speelt een cruciale rol bij energie- en vermogensberekeningen. Het beïnvloedt de hoeveelheid energie die wordt overgedragen of omgezet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Energie Berekeningen
Energieberekeningen kunnen worden uitgevoerd met behulp van de formule: Energie (J) = Vermogen (W) x Tijd (s).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vermogen Berekeningen
Vermogen kan worden berekend met behulp van de formule: Vermogen (W) = Spanning (V) x Stroom (A).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen in de Praktijk
Energie- en vermogensberekeningen worden toegepast in diverse situaties, zoals bij elektrische apparaten, machines en energieopwekking.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Praktijkopdracht
Los de volgende berekening op: Een apparaat heeft een vermogen van 500W en wordt gedurende 2 uur gebruikt. Hoeveel energie verbruikt het apparaat?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Controleer Samen
Laten we samen de opdracht bespreken en de juiste berekening uitvoeren om het energieverbruik van het apparaat te bepalen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verbanden Leggen
Beschrijf een situatie waarin het begrijpen van energie, vermogen, volt, ampère en tijd berekeningen van belang is.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Praktijkvoorbeelden
Toon voorbeelden van alledaagse toepassingen waarbij energie- en vermogensberekeningen een rol spelen, zoals verlichting, apparaten, en elektrische voertuigen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Quiz
Test je begrip door de volgende quizvraag te beantwoorden: Wat is de eenheid van vermogen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Quiz Antwoord
Het juiste antwoord is: Watt (W). Vermogen wordt gemeten in watt.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
We hebben vandaag geleerd over energie, vermogen, volt, ampère, joule en tijd berekeningen en hun toepassingen in de praktijk.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vragenronde
Heb je nog vragen over energie en vermogen, of over de berekeningen die we hebben besproken?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Einde van de Les
Bedankt voor jullie aandacht en inzet tijdens deze les over energie en vermogen. Tot de volgende keer!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de formule voor het berekenen van weerstand?
A
R = I/V
B
I = V/R
C
V = R/I
D
R = V/I

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt gemeten in Ohm?
A
Weerstand
B
Spanning
C
Vermogen
D
Stroomsterkte

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eenheid van stroomsterkte?
A
Volt
B
Watt
C
Ohm
D
Ampère

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de stroomsterkte als de spanning verdubbelt bij constante weerstand?
A
De stroomsterkte verdrievoudigt
B
De stroomsterkte halveert
C
De stroomsterkte blijft hetzelfde
D
De stroomsterkte verdubbelt

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

En nu huiswerk !!!!!!
vraag 1 .......... 436

techniekstad reader of link naar teams ??

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 29 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.