1.3 Van ruilen komt geen huilen

Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
  • Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is 
  •  .. en wat dat betekent voor de arbeidsproductivitei

Slide 2 - Slide

Noem de 3 uitgaven soorten

Slide 3 - Mind map

Welke kosten betreffen dagelijkse uitgaven?
A
Boodschappen
B
Huur, gas, water, licht
C
Auto
D
Vakantie

Slide 4 - Quiz

Begroting / Budget
Let op!
Jaar bestaat uit: 12 maanden, 52 weken, 365 dagen! 
Een maand bestaat niet exact uit vier weken. 

Maandelijkse uitgaven bereken 🡪 eerst een jaar en vervolgens delen door 12.

Slide 5 - Slide

Zie vraag onder de tabel, houdt het gezin voldoende over?

Slide 6 - Slide

Houdt het gezin maandelijks geld over?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Programma
Intro (8 min)
Uitleg Directe en indirecte ruil (12 min)
Zelfstandig werken aan skill tree (20 min)
Terugpakken naar lesdoelen (5 min)

LET OP:  Formatieve rekentoets (%) volgende week!!! Neem beide lessen je rekenmachine mee!!!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat is directe ruil?
A
Spullen/diensten voor spullen/diensten ruilen
B
Spullen/diensten voor een ruilmiddel ruilen
C
Spullen/ diensten voor geld ruilen
D
Zelfvoorzienend aan je spullen komen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is directe ruil?
Als jij iets maakt wat je met iemand anders wil ruilen, naar wie moet je dan op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
  • die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)

Slide 12 - Slide

Wat is indirecte ruil? 
Naar wie moet je nu op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?

Slide 13 - Slide

Wat is indirecte ruil? 
Naar wie moet je nu op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
  • die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)
Dus bij indirecte ruil wordt ruilen makkelijker

Slide 14 - Slide

Wordt er bij indirecte ruil enkel gebruik gemaakt van geld (giraal/chartaal)?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

3  nadelen directe ruil
Kost veel tijd en moeite
Weinig arbeidsverdeling/specialisatie
Schaalvergroting blijft beperkt

Slide 16 - Slide

Wat is specialisatie, schaalvergroting, ed?
Specialisatie
  • Iemand doet waar hij of zij  goed in is: arbeidsverdeling
Schaalvergroting
  • Je maakt meer van hetzelfde (je produceert op grotere schaal), gaat sneller/goedkoper dan bij verschillende dingen
Arbeidsproductiviteit?
  • Productie van een persoon in een bepaalde tijd

Slide 17 - Slide

Hoge productie per bedrijf
Oorzaak van hogere arbeidsproductiviteit
Productie per werknemer per uur
Productie tot beperkt aantal werkzaamheden beperken
werkzaamheden verdelen
gevolg van specialisatie
Schaalvergroting
arbeidsverdeling
specialisatie
arbeidsproductiviteit

Slide 18 - Drag question

Rens produceert 800 producten op zijn werkdag van 6u, Lisa produceert 1000 producten en heeft een werkdag van 8u. Wie heeft de hoogste arbeidsproductiviteit?
A
Lisa
B
Rens

Slide 19 - Quiz

Indirect ruilen, arbeidsverdeling en arbeidsproductiviteit stimuleren elkaar

Slide 20 - Slide

Jan wil max. 4 van zijn games ruilen tegen een paar sneakers.
Thijs wil zijn sneakers ruilen tegen min. 2 games.
Welke vorm van ruilen is dit?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 21 - Quiz

Jan wil max. 4 van zijn games ruilen tegen een paar sneakers.
Thijs wil zijn sneakers ruilen tegen min. 2 games.
Wie heeft het meeste voordeel bij de ruil?
A
Jan
B
Thijs

Slide 22 - Quiz

Plenda
Plan in je Plenda in:
* het werken met de Skilltree
* het oefenen voor de rekentoets
* het leren voor economie

Slide 23 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
  • Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is 
  •  .. en wat dat betekent voor de arbeidsproductiviteit
  • Je kunt de titel verklaren: "van ruilen komt geen huilen"

Slide 24 - Slide