This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Terugblik
Slide 2 - Slide
A-merk
B-merk
Huismerk
Slide 3 - Drag question
Marketingmix
Prijsbeleid
Plaatsbeleid
Productbeleid
Promotiebeleid
presentatiebeleid
personeelsbeleid
De winkelier verkoopt ook sportrugzakken
De sportwinkel in het centrum
Een poster in een kledingwinkel
Een winkelier verkoopt sommige rugzakken met korting
De winkel ziet er netjes uit.
Alle producten staan overzichtelijk in de schappen
Alle werknemers van het bedrijf hebben dezelfde werkkleding aan. Dan zijn ze duidelijk herkenbaar voor de klanten
Slide 4 - Drag question
Wat is geen commerciële reclame?
A
Merkreclame
B
Informatieve reclame
C
Ideële reclame
D
Sluikreclame
Slide 5 - Quiz
In je vriendenkring heeft bijna iedereen Nike Air force 1 React, jij wilt ze ook kopen. Dit noem je:
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding
C
Maatschappelijke beïnvloeding
D
Ouderlijke beïnvloeding
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Zakgeld kan je beter krijgen per
A
maand
B
week
Slide 16 - Quiz
Reken uit: 10 euro zakgeld per week is .... per jaar 40 euro per maand is .... per jaar
Slide 17 - Open question
€15 per week is....per maand
A
€ 65
B
€ 60
C
€ 64,5
D
€ 180
Slide 18 - Quiz
€ 60 per maand, is .... per week
A
€ 13,95
B
€ 15
C
€ 14
D
€ 13,85
Slide 19 - Quiz
Je wil over 10 maanden en auto kopen van 4750 euro. Hoeveel euro moet je per maand reserveren?
A
425
B
475
C
500
D
400
Slide 20 - Quiz
Je hebt een auto, aanschafwaarde € 37.500. Je rijdt er nog 5 jaren in. Daarna verkoop je deze auto voor € 10.000. Je wil dan een auto kopen voor € 20.000. Hoeveel moet je maandelijks reserveren
A
€ 119,05
B
€ 166,67
C
€ 333,34
D
€ 458,34
Slide 21 - Quiz
Hoe rekenen we iets om van maanden naar weken? €80 per maand.
A
€80 : 4 = €
B
€80 x 12 : 52 = €
C
€80 : 5 = €
D
€80 : 12 = €
Slide 22 - Quiz
Een auto kost over 3 jaar €2000. Je hebt al €740 gespaard. Hoeveel moet je per maand reserveren om het eindbedrag te halen?
A
€20
B
€30
C
€35
D
€45,50
Slide 23 - Quiz
Bereken het overschot dan wel tekort op deze begroting.
Slide 24 - Open question
Welke 3 soorten inkomens zijn er?
A
Inkomen uit werk, overdracht en overheid
B
Inkomen uit arbeid, zakgeld en uitkering
C
Inkomen uit arbeid, rente en overdracht
D
Inkomen uit arbeid, bezit en overdracht
Slide 25 - Quiz
Welke soort uitgave zijn schoonmaakmiddelen?
A
huishoudelijke uitgaven
B
persoonlijke uitgaven
C
vaste lasten
D
incidentele uitgaven
Slide 26 - Quiz
Wat voor soort uitgave is er afgebeeld?
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
Slide 27 - Quiz
Op welke soort uitgaven kan je het beste bezuinigen?