Dynamiek en tempo

Dynamiek en tempo
In deze les leer je wat dynamiek en tempo inhouden.

Dynamiek heeft te maken met hard en zacht
tempo heeft te maken met snel of langzaam
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Dynamiek en tempo
In deze les leer je wat dynamiek en tempo inhouden.

Dynamiek heeft te maken met hard en zacht
tempo heeft te maken met snel of langzaam

Slide 1 - Slide

Dynamiek
Als muziek altijd even hard gespeeld wordt, kan het saai zijn.

Het is mooi om binnen een muziekstuk te variëren. Je kunt plotseling overgaan van zacht naar hard, maar je kunt ook geleidelijk overgaan.

Slide 2 - Slide

Dynamiek

Slide 3 - Slide

Als er in een muziek zacht gespeeld wordt heet het:
A
piano
B
pianissimo
C
forte
D
fortissimo

Slide 4 - Quiz

Als er in een muziek heel hard gespeeld wordt heet het:
A
piano
B
pianissimo
C
forte
D
fortissimo

Slide 5 - Quiz

Als er in een muziek een beetje hard gespeeld wordt heet het
A
forte
B
mezzo forte
C
fortissimo
D
crescendo

Slide 6 - Quiz

De muziek klinkt hard. Wat staat er in de bladmuziek?
A
Mezzo piano
B
Mezzo forte
C
Forte
D
Fortissimo

Slide 7 - Quiz

Hoe moet muziek klinken als er pianissimo staat?
A
Zeer zacht
B
Zacht
C
Matig zacht
D
Zeer hard

Slide 8 - Quiz

Sleep de omschrijvingen en de tekens naar de juiste term. 
Crescendo
Decrescendo
Geleidelijk harder spelen
Geleidelijk zachter spelen

Slide 9 - Drag question

U2 - Luistervraag
Je gaat op de volgende pagina luisteren naar U2. Luister het nummer minimaal 2 minuten en let op de dynamiek. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Welke term hoort het beste bij With or Without you van U2?
A
Piano
B
Forte
C
Crescendo
D
Decrescendo

Slide 12 - Quiz

Wat doen de muzikanten om het zo te laten klinken?

Slide 13 - Open question

Mozart
Luister goed naar naar het fragment op de volgende pagina, tot 52 seconden. Let goed op de dynamiek en de instrumenten. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

In welke volgorde hoor je de dynamiek?
A
Piano - forte
B
Forte - piano

Slide 16 - Quiz

Komen er ook crescendo's en decresendo's voor?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Welke 2 instrumentengroepen hoor je hier voornamelijk?
A
Blaas- en slaginstrumrenten
B
Strijk- en blaasinstrumenten
C
Toets- en strijkinstrumenten
D
Blaas- en toetsinstrumenten

Slide 18 - Quiz

Volgende les gaan we verder!

Slide 19 - Slide

Billie Eilish - No time to die
Luister het hele nummer en beantwoord de vragen.

Slide 20 - Slide

3

Slide 21 - Video

00:29
In het begin van het nummer is het vooral:
A
piano
B
mezzo piano
C
forte
D
fortissimo

Slide 22 - Quiz

02:06
Welke instrumentengroep is er bij gekomen?
A
Blaasinstrumenten
B
Snaarinstrumenten
C
Strijkinstrumenten
D
Toetsinstrumenten

Slide 23 - Quiz

03:33
Welke dynamische term paste het beste bij dit stuk in het nummer?

Slide 24 - Open question

Tempo
Muziek wordt vaak in een bepaald tempo gespeeld. Soms snel, soms langzaam, soms er tussenin.

Klassieke muziek                          Popmuziek
Allegro        =        snel         =    fast
Adagio         =   langzaam    =    slow

Slide 25 - Slide

Tempo
Zowel in klassieke muziek als in popmuziek wordt het tempo ook met een getal aangegeven. 

Beats per minute:  BPM= 120

Hoe hoger het getal, hoe sneller de muziek. 

Slide 26 - Slide

Fast
Slow
Allegro
Slow
BPM =  80
BPM =  140

Slide 27 - Drag question

Tempo
Bij tempo kun je ook spreken van een hoog tempo (snel) en een laag tempo (langzaam). 

Soms verandert het  tempo gedurende het muziekstuk: 
Accelerando: versnellen
Ritenuto: vertragen

Slide 28 - Slide

Voorbeeld
Accelerando                                                    Ritenuto

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Welk tempo past het best bij de sirtaki?
A
Allegro
B
Largo
C
Fast
D
Accelerando

Slide 31 - Quiz

Welk lied heeft het hoogste tempo?
A
17 miljoen mensen
B
Blinding Lights
C
Soldier on

Slide 32 - Quiz

Welk lied heeft het laagste tempo?
A
17 miljoen mensen
B
Blinding Lights
C
Soldier on

Slide 33 - Quiz

Klaar! 

Slide 34 - Slide