Dynamiek en tempo

Dynamiek
Wat leer je in deze les?
- De verschillende functies van dynamiek in muziek
- De termen van dynamiek
- De symbolen van dynamiek
- Het toepassen van dynamiek
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Dynamiek
Wat leer je in deze les?
- De verschillende functies van dynamiek in muziek
- De termen van dynamiek
- De symbolen van dynamiek
- Het toepassen van dynamiek

Slide 1 - Slide

Dynamiek
Als muziek altijd even hard gespeeld wordt, kan het saai zijn.

Het is mooi om binnen een muziekstuk te variëren. Je kunt plotseling overgaan van zacht naar hard, maar je kunt ook geleidelijk overgaan.

Slide 2 - Slide

Dynamiek

Slide 3 - Slide

Als er in een muziek zacht gespeeld wordt heet het:
A
piano
B
pianissimo
C
forte
D
fortissimo

Slide 4 - Quiz

Als er in een muziek heel luid gespeeld wordt heet het:
A
piano
B
pianissimo
C
forte
D
fortissimo

Slide 5 - Quiz

De muziek klinkt luid. Wat staat er in de bladmuziek?
A
Mezzo piano
B
Mezzo forte
C
Forte
D
Fortissimo

Slide 6 - Quiz

Sleep de omschrijvingen en de tekens naar de juiste term. 
Crescendo
Decrescendo
Geleidelijk harder spelen
Geleidelijk zachter spelen

Slide 7 - Drag question

U2 - Luistervraag
Je gaat op de volgende pagina luisteren naar U2. Luister het nummer minimaal 2 minuten en let op de dynamiek. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welke term hoort het beste bij With or Without you van U2?
A
Piano
B
Forte
C
Crescendo
D
Decrescendo

Slide 10 - Quiz

Wat doen de muzikanten om het zo te laten klinken?

Slide 11 - Open question

Mozart
Luister goed naar naar het fragment op de volgende pagina, tot 52 seconden. Let goed op de dynamiek en de instrumenten. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

In welke volgorde hoor je de dynamiek?
A
Piano - forte
B
Forte - piano

Slide 14 - Quiz

Komen er ook crescendo's en decresendo's voor?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Welke 2 instrumentengroepen hoor je hier voornamelijk?
A
Blaas- en slaginstrumrenten
B
Strijk- en blaasinstrumenten
C
Toets- en strijkinstrumenten
D
Blaas- en toetsinstrumenten

Slide 16 - Quiz

Klaar! 

Slide 17 - Slide