Tweede Wereldoorlog

1 / 46
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat stond er niet in het verdrag van Versailles?
A
Het leger moest kleiner.
B
Duitsland moest herstelbetalingen doen.
C
Duitsland mocht geen controles aan de grenzen hebben.
D
Duitsland moest grondgebied afstaan.

Slide 3 - Quiz

Wanneer vond de Eerste Wereldoorlog plaats?
A
1910-1914
B
1914-1918
C
1914-1920
D
1940-1945

Slide 4 - Quiz

Het bondgenootschap van
de Geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog bestond uit
A
Rusland, Engeland en Frankrijk.
B
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië.
C
Duitsland en Rusland
D
Rusland, Frankrijk en Italië

Slide 5 - Quiz

Waarom ging het (na de Eerste Wereldoorlog) met Duitsland slechter dan met andere landen?
A
Door de economische crisis
B
Door de herstelbetalingen die gedaan moesten worden.
C
Door de schade die het land had
D
Door de werkloosheid

Slide 6 - Quiz

Wereldwijde oorlog van 1914 tot 1918
Samenwerkende landen in de Wereldoorlog (Groot Brittannië, Frankrijk, Sovjet Unie, Verenigde Staten enz.)
Als er minder producten worden verkocht en de werkloosheid toenemen gaat het slecht met de economie.
Als het over de hele wereld slecht gaat in de economie.
Als mensen geen baan hebben.
1 groep mensen met dezelfde ideeën over hoe een land bestuurd moet worden.
Eerste wereld oorlog
Geallieerden
Economische crisis
Wereldcrisis
Werkloosheid
Politieke partij

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe begon de Tweede wereldoorlog?
timer
0:30
A
Met de inval in de Sovjet Unie door Duitsland.
B
Met de inval in Polen door Duitsland.
C
Met de inval in Frankrijk door Duitsland.
D
Met de inval van Engeland in België.

Slide 11 - Quiz

Wat is de directe oorzaak van de Tweede Wereldoorlog?
A
Hitler valt Engeland binnen
B
Hitler valt Frankrijk binnen
C
Hitler valt Nederland binnen
D
Hitler valt Polen binnen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Waarmee eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
Zelfmoord van Hitler
B
Verovering van Berlijn
C
Atoombommen in Japan
D
Verovering van Polen

Slide 17 - Quiz

Wat was het keerpunt van De Tweede Wereldoorlog?
A
D-Day
B
De aanval op Polen
C
Slag bij Stalingrad

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bijschrift: 'Nederlanders, voor uw eer en geweten. De Waffen (Duitse leger) roept u!'

Welk begrip past het best bij dit plaatje?
A
Censuur
B
Gelijkschakeling
C
Verzet
D
Collaboratie

Slide 25 - Quiz

Juist of onjuist?
Het verzet werkt samen met de NSB.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Wat deden de meeste Nederlanders tijdens de bezetting?
A
Verzet
B
Collaboratie
C
Aanpassen
D
Vluchten

Slide 27 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 28 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 29 - Quiz

Bijschrift: 'Seyss-Inquart vertelt wat kranten moeten schrijven.'

Welk begrip past bij dit plaatje?
A
Censuur
B
Gelijkschakeling
C
Verzet
D
Collaboratie

Slide 30 - Quiz

Bijschrift: 'Het drukken van illegale kranten.'

Welk begrip past het best bij dit plaatje?
A
Censuur
B
Gelijkschakeling
C
Verzet
D
Collaboratie

Slide 31 - Quiz

Wat is een voorbeeld van collaboratie?
A
In Duitse krijgsdienst gaan als vrijwilliger.
B
Als bedrijf producten maken voor de Duitse bezetter.
C
Als ondernemer producten leveren aan de Duitse bezetter.
D
Als (Nederlandse) politieagent meehelpen om Nederlandse Joden en verzetsstrijders op te sporen.

Slide 32 - Quiz

Wat is het verzet?
A
Mensen die het eens waren met de Duitsers
B
Mensen die de Duitsers tegenwerkten

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Wat is de holocaust?
A
Andere naam voor de Tweede wereldoorlog
B
een massamoord
C
De massamoord op de Joden
D
Het discrimineren van Joden

Slide 35 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van verzet?
A
Illegale krantjes verspreiden
B
Onderduikers in huis nemen.
C
De Duitsers saboteren en aanslagen plegen
D
Je verstoppen voor de Duitsers.

Slide 36 - Quiz

Hoe noemen we de haat tegen Joden?
A
discriminatie
B
holocaust
C
antisemitisme
D
racisme

Slide 37 - Quiz

Wat is de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog?
A
De Eerste Wereldoorlog
B
Het Verdrag van Versailles
C
Inval van Polen

Slide 38 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van verzet?
A
Illegale krantjes verspreiden
B
Onderduikers in huis nemen.
C
De Duitsers saboteren en aanslagen plegen
D
Je verstoppen voor de Duitsers.

Slide 39 - Quiz

Wat is de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog?
A
De Eerste Wereldoorlog
B
Het Verdrag van Versailles
C
Inval van Polen

Slide 40 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van verzet?
A
Illegale krantjes verspreiden
B
Onderduikers in huis nemen.
C
De Duitsers saboteren en aanslagen plegen
D
Je verstoppen voor de Duitsers.

Slide 41 - Quiz

Wat is de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog?
A
De Eerste Wereldoorlog
B
Het Verdrag van Versailles
C
Inval van Polen

Slide 42 - Quiz

Wat is de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog?
A
De Eerste Wereldoorlog
B
Het Verdrag van Versailles
C
Inval van Polen

Slide 43 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van verzet?
A
Illegale krantjes verspreiden
B
Onderduikers in huis nemen.
C
De Duitsers saboteren en aanslagen plegen
D
Je verstoppen voor de Duitsers.

Slide 44 - Quiz

Wereldwijde oorlog van 1914 tot 1945
Samenwerkende landen in de Wereldoorlog (Brittannië, Frankrijk, Sovjet-Unie en de VS)
Met soldaten de leiding over een gebied overnemen.
Controle vooraf van alle kranten en radiozenders 
Mensen ongelijk behandelen met kwade bedoelingen.
Tweede wereld oorlog
Geallieerden
Bezetting
Censuur
Discriminatie

Slide 45 - Drag question

Wat hoort er bij de Eerste Wereldoorlog en wat bij de Tweede Wereldoorlog? 
De Eerste Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog
Gebruik van gifgas
Veel parachutisten
Nederland is betrokken in deze oorlog 
Nederland is niet betrokken bij deze oorlog
Loopgraven 
Concentratiekampen

Slide 46 - Drag question