Woordenschat | 20-02

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Woordenschat

Hoofdstuk 1

Wat betekent het volgende woord:
Deelnemen aan

1. Bezorgen, opbrengen
2. Meedoen met
3. Proberen
4. Vragen

Wat betekent het volgende woord:
Opleveren

1. Vragen
2. Noemen, opschrijven
3. Bezorgen, opbrengen
4. Krijgen

Wat betekent het volgende woord:
Streven naar

1. Noemen, opschrijven
2. Meedoen met
3. Vragen
4. Proberen

Wat betekent het volgende woord:
Verzoeken

1. Proberen
2. Vragen
3. Bezorgen, opbrengen
4. Krijgen

Wat betekent het volgende woord:
Ontvangen

1. Meedoen met
2. Vragen
3. Krijgen
4. Proberen

Wat betekent het volgende woord:
Vermelden

1. Noemen, opschrijven
2. Bezorgen, opbrengen
3. Vragen
4. Proberen

Wat betekent het volgende woord:
Beletten

1. Moeten
2. Tegenhouden
3. Merken
4. Missen

Wat betekent het volgende woord:
Dienen te

1. Veranderen
2. Mereken
3. Moeten
4. Zeggen dat het goed is

Wat betekent het volgende woord:
Ondervinden

1. Merken
2. Makkelijker maken
3. Bezorgen, opbrengen
4. Zeggen dat het goed is

Wat betekent het volgende woord:
Ontbreken

1. Makkelijker maken
2. Vragen
3. Krijgen
4. Missen

Wat betekent het volgende woord:
Toestemmen

1. Tegenhouden
2. Veranderen
3. Meedoen met
4. Zeggen dat het goed is

Wat betekent het volgende woord:
Vereenvoudigen

1. Vragen
2. Makkelijker maken
3. Noemen, opschrijven
4. Tegenhouden

Wat betekent het volgende woord:
Wijzigen

1. Meedoen met
2. Proberen
3. Makkelijker maken
4. Veranderen

Woordenschat 

Hoofdstuk 2

Wat betekent het volgende woord:
De consument

1. Gevolg van iets
2. Iemand die goederen of diensten koopt
3. Voorstel om iets in te voeren of iets te gaan doen
4. Iets wat moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren

Wat betekent het volgende woord:
Het effect

1. Gevolg van iets
2. Hoe goed of slecht iets is
3. Bestuur van een land of gemeente
4. Uitkomst

Wat betekent het volgende woord:
Het initiatief

1. Verdere uitleg, uitleg van wat je precies bedoelt
2. Iets wat moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren
3. Voorstel om iets in te voeren of iets te gaan doen
4. Iets wat hetzelfde is

Wat betekent het volgende woord:
De invloed

1. Voorstel om iets in te voeren of iets te gaan doen
2. Probleem, moeilijk vraagstuk
3. Iets wat moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren
4. Iets wat zorgt voor een verandering

Wat betekent het volgende woord:
De kwaliteit

1. Iets wat hetzelfde is
2. Hoe goed of slecht iets is
3. Uitkomst
4. Wat je ergens van vindt, mening

Wat betekent het volgende woord:
De kwestie

1. Verdere uitleg, uitleg van wat je precies bedoelt
2. Probleem, moeilijk vraagstuk
3. Bestuur van een land of gemeente
4. Hoe goed of slecht iets is

Wat betekent het volgende woord:
De maatregel

1. Regel die ervoor zorgt dat iets verandert of wordt opgelost
2. Hoe goed of slecht iets is
3. Gevolg van iets
4. Voorstel om iets in te voeren of iets te gaan doen

Wat betekent het volgende woord:
De overeenkomst

1. Iemand die goederen of diensten koopt
2. Iets wat hetzelfde is
3. Regel die ervoor zorgt dat iets verandert of wordt opgelost
4. Probleem, moeilijk vraagstuk

Wat betekent het volgende woord:
De overheid

1. Hoe goed of slecht iets is
2. Gevolg van iets
3. Bestuur van een land of gemeente
4. Iets wat hetzelfde is

Wat betekent het volgende woord:
Het resultaat

1. Iets wat hetzelfde is
2. Uitkomst
3. Gevolg van iets
4. Bestuur van een land of gemeent

Wat betekent het volgende woord:
Het standpunt

1. Iemand die goederen of diensten koopt
2. Bestuur van een land of gemeente
3. Uitkomst
4. Wat je ergens van vindt, mening

Wat betekent het volgende woord:
De toelichting

1. Iets wat hetzelfde is
2. Wat je ergens van vindt, mening
3. Bestuur van een land of gemeente
4. Verdere uitleg, uitleg van wat je precies bedoelt

Wat betekent het volgende woord:
De voorwaarde

1. Bestuur van een land of gemeente
2. Wat je ergens van vindt, mening
3. Iets wat moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren
4. Verdere uitleg, uitleg van wat je precies bedoelt

Woordenschat

Hoofdstuk 3

Wat betekent het volgende woord:
Aankondigen

1. Begrijpen uit, concluderen uit
2. Niet volledig, niet helemaal
3. Bekendmaken, meedelen
4. Opmerking over iets

Wat betekent het volgende woord:
Afleiden uit

1. Voorstellen
2. Niet volledig, niet helemaal
3. Begrijpen uit, concluderen uit
4. Opmerking over iets

Wat betekent het volgende woord:
Beperkt

1. Hoe iets is, hoe de situatie is
2. Bijna
3. Beschrijven
4. Niet volledig, niet helemaal

Wat betekent het volgende woord:
Commentaar

1. Opmerking over iets
2. Hoe het voelt om je heen
3. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen
4. Zeggen dat iets waarschijnlijk gaat gebeuren

Wat betekent het volgende woord:
Introduceren

1. Beschrijven
2. Hoe het voelt om je heen
3. Onnodig, wat niet nodig is
4. Voorstellen

Wat betekent het volgende woord:
Nagenoeg

1. Aanmoedigen, zorgen dat iets beter of sneller gaat
2. Bijna
3. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen
4. Hoe iets is, hoe de situatie is

Wat betekent het volgende woord:
Omstandigheden

1. Beschrijven
2. Hoe iets is, hoe de situatie is
3. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen
4. Zeggen dat iets waarschijnlijk gaat gebeuren

Wat betekent het volgende woord:
Overbodig

1. Onnodig, wat niet nodig is
2. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen
3. Begrijpen uit, concluderen uit
4. Aanmoedigen, zorgen dat iets beter of sneller gaat

Wat betekent het volgende woord:
Sfeer

1. Begrijpen uit, concluderen uit
2. Bekendmaken, meedelen
3. Hoe het voelt om je heen
4. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen

Wat betekent het volgende woord:
Stimuleren

1. Zeggen dat iets waarschijnlijk gaat gebeuren
2. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen
3. Aanmoedigen, zorgen dat iets beter of sneller gaat
4. Beschrijven

Wat betekent het volgende woord:
Variëren

1. Begrijpen uit, concluderen ui
2. Aanmoedigen, zorgen dat iets beter of sneller gaat
3. Hoe iets is, hoe de situatie is
4. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen

Wat betekent het volgende woord:
Voorspellen

1. Zeggen dat iets waarschijnlijk gaat gebeuren
2. Aanmoedigen, zorgen dat iets beter of sneller gaat
3. Steeds een beetje anders zijn, afwisselen
4. Hoe iets is, hoe de situatie is

Wat betekent het volgende woord:
Weergeven

1. Voorstellen
2. Bijna
3. Beschrijven
4. Opmerking over iets

Woordenschat

Hoofdstuk 4

Wat betekent het volgende woord:
Behulpzaam

1. Tijd hebben om iets te kunnen doen of om te kunnen komen
2. Je makkelijk kunnen aanpassen als er iets verandert
3. Graag willen helpen
4. Je best willen doen (voor iets)

Wat betekent het volgende woord:
Beschikbaar zijn

1. Zijn het belangrijkst
2. Je makkelijk kunnen aanpassen als er iets verandert
3. Tijd hebben om iets te kunnen doen of om te kunnen komen
4. Precies, nauwkeurig

Wat betekent het volgende woord:
Flexibel

1. Hulp aan klanten, dienstverlening
2. Baan waarvoor iemand gezocht wordt
3. Goede eigenschappen
4. Je makkelijk kunnen aanpassen als er iets verandert

Wat betekent het volgende woord:
Gemotiveerd

1. Je best willen doen (voor iets)
2. Hulp aan klanten, dienstverlenging
3. Vooral
4. Zonder hulp van anderen dingen kunnen doen

Wat betekent het volgende woord:
Kwaliteiten

1. Laten gebeuren (wat iemand graag wil)
2. Goede eigenschappen
3. Laten gebeuren (wat iemand graag wil)
4. Baan waarvoor iemand gezocht wordt

Wat betekent het volgende woord:
Leergierig

1. Hulp aan klanten, dienstverlening
2. Zijn het belangrijkst
3. Precies, nauwkeurig
4. Graag nieuwe dingen willen leren

Wat betekent het volgende woord:
Met name

1. Laten gebeuren (wat iemand graag wil)
2. Hulp aan klanten, dienstverlening
3. Baan waarvoor iemand gezocht wordt
4. Vooral

Wat betekent het volgende woord:
Service

1. Graag willen helpen
2. Tijd hebben om iets te kunnen doen of om te kunnen komen
3. Je best willen doen (voor iets)
4. Hulp aan klanten, dienstverlening

Wat betekent het volgende woord:
Staan centraal

1. Je best willen doen (voor iets)
2. Graag willen helpen
3. Zijn het belangrijkst
4. Je best willen doen (voor iets)

Wat betekent het volgende woord:
Vacature

1. Zijn het belangrijkst
2. Baan waarvoor iemand gezocht wordt
3. Graag nieuwe dingen willen leren
4. Goede eigenschappen

Wat betekent het volgende woord:
Vervullen

1. Vooral
2. Hulp aan klanten, dienstverlening
3. Zijn het belangrijkst
4. Laten gebeuren (wat iemand graag wil)

Wat betekent het volgende woord:
Zelfstandig

1. Zijn het belangrijkst
2. Baan waarvoor iemand gezocht wordt
3. Zonder hulp van anderen dingen kunnen doen
4. Laten gebeuren (wat iemand graag wil)

Wat betekent het volgende woord:
Zorgvuldig

1. Zonder hulp van anderen dingen kunnen doen
2. Precies, nauwkeurig
3. Hulp aan klanten, dienstverlening
4. Laten gebeuren (wat iemand graag wil)