2 HV Voorbereiding PW chap 3

Voorbereiding PW chap 3 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorbereiding PW chap 3 

Slide 1 - Slide

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Ce jean est très CHER
A
mooi
B
duur
C
klein
D
lelijk

Slide 2 - Quiz

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Tu connais L'HISTOIRE de ce magasin?
A
de naam
B
de stad
C
de geschiedenis
D
de kleur

Slide 3 - Quiz

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Il a acheté PLUSIEURS t-shirts.
A
meerdere
B
dure
C
minder
D
prachtige

Slide 4 - Quiz

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Vous avez de nouvelles CHAUSSURES?

Slide 5 - Open question

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Cette robe est MOCHE

Slide 6 - Open question

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Je vais PRENDRE ce jean

Slide 7 - Open question

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Il ne veut pas DÉPENSER trop d'argent.

Slide 8 - Open question

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Ma mère veut (PROBEREN) cette robe
A
dépenser
B
acheter
C
apprendre
D
essayer

Slide 9 - Quiz

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Il y beaucoup d'(TIENERS) voor de school
A
enfants
B
ados
C
gens
D
garçons

Slide 10 - Quiz

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Je vais porter mon nouveau (TRUI)
A
pull
B
robe
C
vêtement
D
basket

Slide 11 - Quiz

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters:
Il est (VERSLAAFD) à la console

Slide 12 - Open question

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters:
On a été au (WINKELCENTRUM)

Slide 13 - Open question

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters:
Je déteste (DE WINTER)

Slide 14 - Open question

Vertaal de zin:
Tu fais quelle taille?

Slide 15 - Open question

Vertaal de zin:
Comment tu trouves ce jean?

Slide 16 - Open question

Aanwijzend voornaamwoord

Slide 17 - Slide

Welk aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord ...........is
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud 
Ce
Cette 
Ces
Cet

Slide 18 - Drag question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Il a acheté des cadeaux. ____cadeaux sont pour sa famille.

Slide 19 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Mon père porte un pull noir. _____pull est très confortable.

Slide 20 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Sophie achète une robe. ______robe est rouge.

Slide 21 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Nous allons à l'école (v). ____école est énorme.

Slide 22 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Pierre vend des baskets. ______ baskets sont populaires.

Slide 23 - Open question

Welk getal is dit?
Quatre-vingt-douze

Slide 24 - Open question

Welk getal is dit?
Cent-vingt-sept

Slide 25 - Open question

Welk getal is dit?
Soixante-seize

Slide 26 - Open question

Welk getal is dit?
Cinq-cent-trente-cinq

Slide 27 - Open question