Les 2

Thema Lichaam en Gezondheid
Les 2
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema Lichaam en Gezondheid
Les 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Oefening 1

Laat de afbeeldingen zien op de beamer en lees de volgende tekst langzaam voor.
Lisa is ziek. Ze ligt op bed. Ze heeft pijn in haar hoofd. Ze heeft koorts. Haar temperatuur is 39 graden. Lisa voelt zich slecht. Is Lisa verkouden? Of heeft Lisa griep? Ze weet het niet. Lisa neemt een pil. Het is paracetamol. Dan is de pijn minder. 

Vraag aan de leerlingen.
Wat is het probleem van Lisa?

Lees de tekst nog een keer voor en stel daarna de volgende vragen.
- Waar ligt Lisa?
- Wat doet pijn?
- Wat is de temperatuur van Lisa?
- Wat neemt Lisa?

Indien nodig lees de tekst nog een keer of bespreek moeilijke woorden.

Slide 3 - Slide

Oefening 2
- Laat de leerlingen werkblad 1 voor zich nemen. 

- Leg de opdracht uit: Trek een lijn tussen het plaatje en het goede woord.

Slide 4 - Slide

Oefening 3 

- Lees de volgende tekst langzaam voor.
Lisa is ziek. Zij ligt nog op bed. Ze heeft koorts. 
Ze heeft griep. Griep is vervelend. De zus van Lisa komt op bezoek. Ze heeft soep voor Lisa. Dan kan Lisa eten. 
De zus van Lisa zegt: Alsjeblieft, soep voor jou. 
Beterschap, Lisa.

- Stel vragen aan de leerlingen.
Wie is ziek?
Wie komt op bezoek?

- Lees de tekst nog een keer voor.
Wat geeft de zus aan Lisa?

- Lees de tekst nog een keer voor. 
Leg het woord beterschap uit. Laat ze dit woord een paar keer zeggen.

Slide 5 - Slide

Oefening 4
- Laat de leerlingen het werkblad erbij pakken. 
- Vraag: Wanneer zeg je beterschap? Zet een cirkel om ja.

- Indien nodig doe je een voorbeeld samen.
- Laat de leerlingen alleen of in tweetallen werken.

Slide 6 - Slide

Oefening 5
- Laat de leerlingen het werkblad erbij pakken. 
- Wijs de plaatjes aan en vraag aan de leerlingen:
Waar heeft hij/zij pijn?

- Vraag het door elkaar en stel vragen aan de leerlingen, zodat iedereen aan de beurt komt. 
- Bedenk van te voren wat een goed antwoord is. Alleen hoofd of hoofdpijn?

Slide 7 - Slide

1. Lees de eerste zin duidelijk voor.
2. Tel de woorden terwijl je meetelt op je vingers.        Laat de leerlingen meetellen.
3. Lees de zin nog een keer en laat de leerlingen          samen met jou de zin herhalen.
4. Laat de leerlingen de zin als klas (zonder jou)            herhalen.
5. Zeg de zin nog een keer in een sneller tempo.
6. Laat de leerlingen de zin nog een keer zeggen.
7. Spreek steeds sneller en kijk hoe snel de                    leerlingen kunnen.
8. Herhaal met de rest van de zinnen.
Zinnen
Ik ben ziek. 
Oh wat vervelend. 
Ja, heel vervelend. 
Waar heb je last van?
Ik heb last van mijn keel. 
Ik heb griep. 
Ik heb pijn in mijn hoofd. 
Ik neem een pil. 
Ik heb ook koorts.
39 graden. 
Van harte beterschap.
Ja, dank je wel. 

Slide 8 - Slide

Luister en zeg na.

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen nu online les 2 maken op www.ncbstart.nl.

Slide 10 - Slide