Marketing H6/10 Recap

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Marketing H6/10 Recap

Quizz/Battle Hoofdstuk 6 t/m 10

Hoe heet deze matrix?

1. Ansoff Matrix
2. Assael Matrix
3. Porter Matrix
4. Neuhausen Matrix

De stroopwafelfabriek die een nieuwe distributeur verwerft in China =

1. Marktpenetratie
2. Diversificatie
3. Marktontwikkeling
4. Productontwikkeling

AH start een prijzenoorlog om
Plus & Jumbo's klanten af te pakken =

1. Marktontwikkeling
2. Diversificatie
3. Marktpenetratie
4. Productontwikkeling

Corendon die een Hotel naast Schiphol opent zodat mensen makkelijker vroege vluchten kunnen nemen =

1. Marktontwikkeling
2. Diversificatie
3. Marktpenetratie
4. Productontwikkeling

Differentiatie
volgens Porter =

1. De meest efficiënte productie
2. excellente processen
3. Net een ander product als de concurrentie
4. de verliezende strategie

Red Ocean strategie =

1. Kosten/baten los laten
2. Kosten baten optimaliseren
3. Creëer nieuwe marktruimte
4. Creëer nieuwe vraag

een Foodtruck op een festival is een voorbeeld van

1. Inkoopcombinatie
2. Dealerschap
3. Vrijwillig Filiaalbedrijf
4. Consessionair

McDonalds is een voorbeeld van

1. Franchise
2. Inkoopcombinatie
3. Dealerschap
4. Consessionair

Wanneer iemand een eerste product koopt, in een nieuwe markt

1. Potentiële vraag
2. Additionele vraag
3. Vervangingsvraag
4. Initiële vraag

Wanneer iemand een 2e telefoon koopt, naast de eerste is er sprake van

1. Potentiële vraag
2. Additionele vraag
3. Vervangingsvraag
4. Initiële vraag

De markt is?

1. de gekozen doelgroep
2. Alle potentiële en huidige klanten
3. Segmenten van
4. Gezinnen en jongeren

Demografische kenmerken zijn:

1. Oriëntatie- en aankoopgedrag
2. Beroep, opleiding, inkomen, bestedingspatroon
3. Leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, gezinsgrootte
4. Plaats, Streek, Provincie en/of land

Beroep, Opleiding, Inkomen, Bestedingspatroon

1. Geografische Criteria
2. Psychografische criteria
3. Demografische criteria
4. Sociaal-economische criteria

Grotere bedrijven hebben vaak?

1. Lagere standaarden
2. Hogere eisen
3. Hogere winsten
4. Lagere eisen

Wat is geen onderdeel van de DMU

1. Initiator
2. Gebruiker
3. Beïnvloeder
4. Manager

Hoe noem je de doelgroep strategie waarbij één product voor alle segmenten gaat

1. Gedifferentieerde marketing
2. Ongedifferentieerde marketing
3. Niche marketing
4. Broadline marketing

Gericht op een heel klein (speciaal) deel van de markt

1. Geconcentreerde marketing
2. Niche Marketing
3. Focussed marketing
4. Arrow-head-marketing

Wat een ander van je vindt =

1. Persoonlijkheid
2. Kwaliteit prijs mix
3. Perceptie
4. Imago

SDP model is

1. Segmentatie Doelmarktbepaling Positionering
2. Segregatie Doel Projectie
3. Segmentatie Demarcatie Positionering
4. Segregatie Demarcatie Polarisatie

Gegevens die je zelf verzameld hebt en bestaat uit nieuwe gegeven noem je

1. Kwantitatieve gegevens
2. kwalitatieve gegevens
3. Primaire gegevens
4. Secundaire gegevens

Gegevens die al verzameld zijn zoals rapporten, en statistieken die je online vindt noem je

1. kwantitatieve gegevens
2. kwalitatieve gegevens
3. Primaire gegevens
4. Secundaire gegevens

Gegevens die bestaan uit woorden & meningen noem je

1. Kwalitatieve gegevens
2. kwantitatieve gegevens
3. Interview gegevens
4. kwantificeerbare gegevens

4,5,5,9,8,8,5,4,7,6,6
De Modus is:

1. 6,09
2. 6
3. 5
4. 8

4,4,5,5,5,6,6,7,8,8,9
de Mediaan is:

1. 6,09
2. 6
3. 5
4. 8

inhoud CRM systeem, Google Analytics, Boekhoudsysteem data zijn voorbeeld van:

1. Big Data
2. Small Data
3. Machine learning
4. niet samenhangend

Noem 2 voorbeelden van
functies van verpakking

Sleep de tekst naar de juiste reep

C-Merk

B-Merk

A-Merk

bij het merk Samsung is er sprake van:
(meerdere antwoorden goed)

1. A-Merk
2. B-Merk
3. Private-Label
4. Paraplumerk

Sleep de onderstaande teksten naar de juiste plek

deze jas is:
100% in de mode

Premium design

Specificaties zoals:
130pk    of  2TB

Hoge prijs, Lage aankoopfrequentie en uitgebreid onderzoek hoort bij

1. RAG (routinematige aankoopgedrag)
2. BPO (beperkt probleemoplossend)
3. UPO (Uitgebreid probleemoplossend)
4. Shopping good

een kleine ondernemer lijkt qua aankoopgedrag vaak meer op een consument

1. Juist
2. Onjuist

Wat klopt
(meer antwoorden mogelijk)

1. Zakelijke klant is vaak emontioneler
2. Zakelijke klant is vaak Rationeler
3. Consument is vaak Emotioneler
4. Consument is vaak Rationeler

Wanneer de afnemer zijn goederen pas hoeft te betalen wanneer hij dit verkocht heeft, noemen we dit

1. Consignatie
2. Constanatie
3. Recht van retour
4. Contaminatie

Een grote hoeveelheid Assortimentsgroepen

Veel keuze binnen een Assortimentsgroep

Veel producten op voorraad

Dure producten in het Assortiment

Sleep je de juiste definitie naar de omschrijving

Hoog Assortiment

Lang assortiment

Diep Assortiment

Onzin

Breed assortiment

Een paar sokken & Riem verkopen bij de Jeans

15% korting op de
vaste klanten koopavond

Een Audi Q8 verkopen ipv de Q3
waarvoor de klant binnen kwam

Sleep je de juiste definitie naar de omschrijving

Add-Sell

Cross-Sell

Deep-Sell

Upsell

Aftersell

Je prijs vaststellen door onderzoek te doen naar de gangbare prijs, dan terug te rekenen consument naar producten is:

1. Afroomprijs
2. Stay-out prijs
3. eindprijs-min
4. Discount prijs

Bewust je product "te duur" in de markt zetten noemen we:

1. Premium pricing
2. Foutive pricing
3. Helikopter pricing
4. Put-out pricing

Prijsbeleid is altijd:

1. Operationeel
2. Tractisch
3. Strategisch
4. kan alle 3

Extra korting voor vroegboekers, Seniorenkorting, Ledenkorting, Dure tickets op de 1e rang zijn voorbeeld van:

1. Slimme pricing
2. Oneerlijk
3. Prijsdifferentiatie
4. Prijsdiscriminatie

Cadeauverpakking, Limited Edition, Luxere edities zijn voorbeelden van

1. Onzin
2. Collectors items
3. Prijsdifferentiatie
4. Prijsdiscriminatie

Wat is geen aanvullend element van prijs

1. Achteraf condities
2. Kwantum korting
3. Collectiviteitskorting
4. Uitstraling van het product