P3 - week 2 - empirische cyclus

Bekijk de onderstaande 
Vandaag:

  • studieopdracht bespreken (verschil hypothese & theorie)
  • De appel van newton
  • Opdracht empirische cyclus
  • bespreking
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bekijk de onderstaande 
Vandaag:

  • studieopdracht bespreken (verschil hypothese & theorie)
  • De appel van newton
  • Opdracht empirische cyclus
  • bespreking

Slide 1 - Slide

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

8) Ik kan het verschil tussen de context van ontdekking en rechtvaardiging aangeven en herkennen van welke van deze twee sprake is in een voorbeeld.

9) Ik ken de empirische cyclus en kan hierin aangeven waar sprake is van inductie waar van deductie.

10) Ik kan bij een voorbeeld herkennen om welke stap in de empirische cyclus het gaat


Leerdoelen deze week

Slide 2 - Slide

Hypothese of theorie:
DNA is drager van erfelijke informatie.
A
hypothese
B
theorie

Slide 3 - Quiz

Hypothese of theorie:
Depressie is erfelijk.
A
hypothese
B
theorie

Slide 4 - Quiz

Hypothese of theorie:
Niks is sneller dan het licht.
A
hypothese
B
theorie

Slide 5 - Quiz

Hypothese of theorie:
Mensen en apen hebben een gemeenschappelijke voorouder.
A
hypothese
B
theorie

Slide 6 - Quiz

Hypothese of theorie:
Als er meer kopers dan verkopers zijn, stijgen de huizenprijzen.
A
hypothese
B
theorie

Slide 7 - Quiz

Hypothese of theorie:
De huizenprijzen in Den Haag zullen komend jaar met minimaal 15% stijgen.
A
hypothese
B
theorie

Slide 8 - Quiz

Hypothese of theorie:
Door 20% meer te leren halen leerlingen 20% hogere cijfers.
A
hypothese
B
theorie

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

8) Ik kan het verschil tussen de context van ontdekking en rechtvaardiging aangeven en herkennen van welke van deze twee sprake is in een voorbeeld.

9) Ik ken de empirische cyclus en kan hierin aangeven waar sprake is van inductie waar van deductie.

10) Ik kan bij een voorbeeld herkennen om welke stap in de empirische cyclus het gaat


Leerdoelen deze week

Slide 10 - Slide

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Context van ontdekking: 
Hoe een wetenschapper op een idee komt. Geen criteria.

Context van rechtvaardiging:
Hoe een idee of hypothese getoetst wordt. Hoe strenger de criteria, hoe beter de rechtvaardiging.
Context van ontdekking en context van rechtvaardiging

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Wat is de context van ontdekking bij Newton? 

Waarom geldt de context van ontdekking niet als rechtvaardiging?
 
Hoe rechtvaardigde Newton zijn ontdekking?


Context van ontdekking en context van rechtvaardiging

Slide 13 - Slide

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Lees p.100 vanaf "Elk voorstel..." t/m p.101.

Maak de vier opdrachten die je krijgt uitgedeeld.
Opdracht

Slide 14 - Slide

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

8) Ik kan het verschil tussen de context van ontdekking en rechtvaardiging aangeven en herkennen van welke van deze twee sprake is in een voorbeeld.

9) Ik ken de empirische cyclus en kan hierin aangeven waar sprake is van inductie waar van deductie.

10) Ik kan bij een voorbeeld herkennen om welke stap in de empirische cyclus het gaat


Leerdoelen deze week

Slide 15 - Slide