Aardrijkskunde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Aardrijkskunde §2.2 & 3.1

Tijn, Quirijn, Halina en Megan

Vrijdag 1 maart

Wat weten jullie nog over klimaten en landschapzones?

Welke 2 neerslag kenmerken zijn er?

In welke klimaatzone komt "latasol" bodem voor?

1. Tropische zone
2. Subtropische zone
3. Boreale zone
4. Polaire zone

Noem 2 kenmerken van deze latosol bodem:

Welke klimaatzone hebben we hier in Nederland?

1. Subtropische zone
2. Boreale zone
3. Gematigde zone
4. (Semi)aride zone

Welke klimaatzone heeft de meest vruchtbare grond?

1. gematigde zone
2. Subtropische zone
3. (Semi)Aride zone
4. Tropische zone

Om het ontstaan en ontwikkeling van een gebied te begrijpen, heb je een gedetailleerd systeem nodig. Daarbij gebruik je...?

Nieuwsartikel

Temperatuurfactoren

Verschillende temperatuurfactoren die van invloed zijn op het klimaat.

1. Breedteligging

- Scheve stand van de aardas

- Zonnestralen 

2. De hoogteligging

- Invalshoek veranderd

Zon lijkt te verschuiven

3. Ligging

- Dicht bij de kust of ver landinwaarts.

- Zeewinden in de zomer -> verkoelend effect

- Zeewinden in de winter -> verwarmend effect

4. Koude of warme zeestromen

-  Beïnvloeden de temperatuur op het land.

Neerslagfactoren

- De klimaten worden ook beïnvloed door de neerslag in een gebied. Er zijn verschillende neerslagfactoren.

1. Luchtdrukgebieden

- Ontstaan door verschillen in temperatuur en vochtigheid in atmosfeer.

- Grote invloed op het weer op aarde.

2. Ligging van een gebied aan zee.

- hoe dichter bij de zee hoe sterker de wind is. 

3. Liging van gebergten

Landschapsfactoren

- De 5 sferen vormen de basis voor het ontstaan van verschillende landschappen.

5 sferen

- biosfeer, cryosfeer, hydrosfeer, Lithosfeer en Atmosfeer

Landschapzones

- De geofactoren vormen gedurende korte of langere tijd verschillende landschapszones.

- Bijvoorbeeld: Mens, plant, dier of bodem.

1. Tropische zone

- Warm

- Nooit onder 18 graden

- Hele jaar door neerslag

- Latosol (niet vruchtbaar)

2. Subtropische zone

- 8 maanden boven 10 graden

- Neerslag

- Loofwouden

3. Gematigde zone

- 4 maanden warmer dan 10 graden

- Neerslag verschilt

- Loofwouden en gemengde wouden

- Bruine bosbodem

4. Boreale zone

- Enkele maanden boven 10 graden.

- Neerslag verschilt

- Dennenbossen, Taiga's

- Podsol

5. Polaire zone

- Nooit onder 10 graden

- Sneeuw

- Toendra's en permafrost

- geen bomen

6. (Semi)aride zone

- Niet gekeken naar temperatuur

- Steppen en woestijnen

- Weinig humus

Quiz

- Woordenzoeker