Afronding 1.2 (neem over)
Stel een auto rijdt 6 m/s gedurende 5 seconden.
a. wat zijn de meetonnauwkeurigheden van deze waarden, met andere woorden wat zijn de maximaal en minimaal mogelijke waarden.
b. Bereken de afstand die de auto aflegt, bereken ook de maximale afstand die afgelegd kan worden gezien de meetwaarden.