Les 3 Artistiek Inzicht

Verbredend keuzedeel 
Artistiek Inzicht / ROC van Twente
les 3  
Het Personage en de boodschap
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Keuzedeel Artistiek InzichtMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verbredend keuzedeel 
Artistiek Inzicht / ROC van Twente
les 3  
Het Personage en de boodschap

Slide 1 - Slide

Beginsituatie
Je hebt je personage én je hebt een thema, maar hoe ga je dat vormgeven tot een SOLO?
Laten we beginnen met het personage

Slide 2 - Slide

Doen alsof

Het mag een personage zijn dat ver van je afstaat, maar je kan ook jezelf als uitgangspunt nemen. Maar je speelt niet jezelf. Je speelt een ROL. (Het blijft 'doen alsof'.)
Je kunt kiezen voor een typetje of voor een karakterrol

Slide 3 - Slide

Een typetje is een algemene beschrijving van een persoon die je in een hokje kunt plaatsen. Bijvoorbeeld:
 *de jonge, snelle maar ook oppervlakkige yup. 
* de gierigaard
* de zorgzame moeder. 
* geen diepgang in spel >
 kent één dimensie. "Flat character"

Een karakterrol gaat veel dieper. 
* Levensecht
*complete rolbiografie net als jij in het dagelijkse leven
* kent meerdere dimensies.
* authentiek spel
" Round character"


Slide 4 - Slide

Een typetje
het spelen van een typetje doet een acteur meestal met het doel om de kijker/het publiek te amuseren.
Hier volgen voorbeelden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ken je nog meer typetjes? Noteer ze hier.

Slide 9 - Open question

Koppel het typetje aan de juiste tv-serie.
Ushi en 
van Dijk
Pittige tijden
TV Kantine
De Dino show
Kopspijkers

Slide 10 - Drag question

0

Slide 11 - Video

Authentiek spel hoort bij een personage met meer diepgang.
Bij je solo gaat het ook om authentiek spel. Authentiek betekent: echt of geloofwaardig.  Ik moet je geloven, met je spel/verhaal mee gaan. Hiervoor gebruik je "echt" materiaal als uitgangspunt. 
Welke boodschap draag je uit?
Dat kan een eigen verhaal zijn, iets wat je zelf hebt meegemaakt. Een eigen thema wat je aan de orde wilt stellen.
Maar dat kan ook het verhaal van iemand anders zijn. Een bekende, zoals een vriend of familielid. 
Zelfs van een vreemde, waar je wat van hebt opgezocht. Bijvoorbeeld  een verhaal uit de krant, of uit  dagboek van Anne Frank. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Rolbiografie
Wat staat er in een rolbiografie? (Zoek ook op internet.)

  • Feitelijke informatie: het verleden (geboorteplaats, adres, jeugd, opleiding etc.), het heden (burgerlijke staat, positie, relaties, hobbies ) 
  • Karaktereigenschappen : karaktereigenschappen, soort temperament, onzekerheden, levensvisie, levensverwachting en dromen.
  • Fysieke eigenschappen: houding, gebaar, mimiek, tempo, evt tics, stem, groot of klein etc. van de te spelen personage.

Slide 14 - Slide

Acteerwerk en Rolbiografie
De rol biografie geeft  jou van te voren vorm aan het personage:

Opvoeding, trauma/verleden, karaktereigenschappen en aangeboren "bijzonderheden" geven motieven voor het handelen/gedrag van het personage. 

Gedrag: 
Hoe reageert iemand en welke reden zit daarachter? 
Wat wil iemand bereiken en wat doet hij daarvoor? 


Slide 15 - Slide

Geloofwaardig spelen

Spelconcentratie en keuze in spelgegevens kunnen daarbij helpen.
Kijk naar de volgende geloofwaardig gespeelde solo..
Opdracht: noteer wat haar boodschap is met haar spel. (M.a.w. wat wil ze laten zien/duidelijk maken?) 

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Vul aan: de speler wil met haar spel laten zien dat...

Slide 18 - Open question

Spelgegevens:
oftewel, de 5 W's:
Wie > Rol/Personage
Wat > Het verhaal/de handeling
Waar > Ruimte/plaats
Wanneer > Tijd
Waarom > Motief/reden/streven/doel

Slide 19 - Slide

Stap 2: De Transformatie
Het 'in de huid kruipen'  (je inleven) van het door jou bedachte personage. 

Je gaat onderzoeken hoe je het personage het beste tot zijn/haar recht kan laten komen. 

In spel  en in het uiterlijk, hierin laat je je leiden door de gemaakte keuzes in je rolbiografie.
Een voorbeeld met acteren voor de camera..

Slide 20 - Slide

0

Slide 21 - Video

Hoe verder? 

Opdrachten voor komende week:
* Bedenk alvast een titel.
* Vul de 5 W's in. Doe dit uitgebreid.
* Schrijf de verhaallijn uit. Van begin tot einde. 
* Schrijf voor je personage een rolbiografie.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link