Masterclass 3 - natuurrampen



Natuurrampen

1 / 52
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 8

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson



Natuurrampen

Slide 1 - Slide

Planning
1 Herhaling weer en klimaat (20 min)
2 Aardbevingen (20 min)
3 Vulkanen (20 min)
Pauze
4 Tornado's (20 min)
5 Orkanen (20 min)
6 El Nina/El Nino



Slide 2 - Slide

Proefje barometer
Bespreken 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Gevolg van een aardbeving

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Bekijk deze afbeelding eens goed.
timer
1:00

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Schaal van Richter
Schaal om de sterkte van een aardbeving mee aan te geven.

Elke punt omhoog is tien keer zo zwaar.

Een aardbeving met een schaal 3 is dus 100 keer zo zwaart dan schaal 1.

Slide 14 - Slide

 2 Vulkanisme

Slide 15 - Slide

Hoe ontstaat een vulkaan?

Op een plek waar twee tektonische breuken zijn.

Hier verdwijnt een oceanische plaat naar beneden. Deze gaat de hete, vloeibare magma in. Daar smelt de plaat uiteindelijk. Die magma komt dan weer naar boven en naar buiten (dan heet het lava) (magma zit nog in de aardmantel).
Helemaal bovenaan barst het door de aardkorst heen. Er ontstaat een vulkaan.

Slide 16 - Slide

Hoe ontstaat een vulkaan?
- Op plekken in bijv. de oceaan waar platen uit elkaar bewegen. --> Hier ontstaat een midoceanische rug.

IJsland ligt op een midoceanische rug.

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

    Wat zijn de gevolgen van een vulkaanuitbarsting?

Slide 19 - Slide

    Positieve gevolgen van een vulkaanuitbarsting

Slide 20 - Slide

    Verdere gevolgen van een vulkaanuitbarsting

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

3 Tornado's

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Dit is de beroemde slurf van een tornado en vernietigd wat op zijn pad komt.
Een ander woord voor Tornado is een zeer krachtige wervelwind. Andere synoniemen: windhoos, twister of wervelwind
Tornado's ontstaan door zeer krachtige temperatuursverschillen. Soms wel 70 gr. Koude droge lucht uit het noorden botst tegen vochtige warme lucht uit het zuiden. Soms komt daar ook droge warme lucht uit het zuidwesten bij. 
In midden Amerika ontstaan vaak veel tornado's. Er wordt ook wel gesproken over 'Tornado Alley'

Slide 26 - Slide

Tornado

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Noem 2 verschillen tussen tornado's en orkanen

Slide 29 - Open question

Orkanen

  • Groot in doorsnede (gem 1000 km)
  • Ontstaan boven (warme) zee
  • Duurt lang (max 2 weken)
  • windsnelheden lager, schade minder
  • 5 a 10 per jaar

Tornado's

Veel kleiner 
Ontstaan boven land
Duurt kort max 10 min
windsnelheden erg hoog, schade vernietigend
tientallen per jaar

Slide 30 - Slide

Joplin voor
Joplin na....

Slide 31 - Slide

4 Orkanen

Slide 32 - Slide

Het oog van de orkaan, hierin is het windstil. Het oog kan een doorsnede hebben van 30 tot 50 km. 
Orkanen ontstaan boven warm zeewater (26,5gr) Het zijn eerst tropische stormen (depressie) die kunnen uitgroeien tot Orkanen. 
Orkanen in de VS draaien linksom, tegen de wijzers van de klok in. 
Orkanen(NL) hebben verschillende namen

Hurricane in de VS
Cycloon in ZuidOost Azië
Tayfoon in Oost Azië
Orkanen zijn 'grote' jongens. De doorsnede kan wel 500 tot 1.500 km zijn. 
In de VS is het ieder jaar raak. Vanaf zee trekken er 5 tot 10 orkanen per jaar via het oosten en Zuidoosten over het land. 

Slide 33 - Slide

Orkaan

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

ORKAAN
  1. Zeewater minimaal 27 graden
  2. Warme, vochtige lucht stijgt op en condenseert. --> WOLKEN
  3. Bij het condenseren stijgt lucht extra snel op. 
  4. Lucht wordt van alle kanten aangezogen door de lage druk.
  5. De aangezogen lucht gaat draaien.

Slide 39 - Slide

ORKAAN
  • Doorsnede: 500 tot 1.500km 
  • Oog: Windstil + 30 tot 50km
  • Windsnelheid tot 250km p.u.

Heftige storm in Nederland is max 100km p.u.

Slide 40 - Slide

Andere benamingen --> Neem over

Slide 41 - Slide

Hurricane facts
  1. Extreme lagedrukgebieden
  2. Tropische stormen met wind harder dan 12 op schaal van Beaufort.
  3. Schade niet alleen door windkracht, maar ook door overstromingen (regenval en hoge golven).
  4. Vooral in zuidoosten V.S. door warm zeewater.

Slide 42 - Slide

Je kan het verschil noemen tussen een tropische storm en een orkaan.

Slide 43 - Slide

Het orkaangebied

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

5 El Nino
+ El Nina

Slide 46 - Slide

5

Slide 47 - Video

00:48
Waait de wind in de normale situatie zonder El Nino naar Chili toe of van Chili af?
A
naar Chili toe
B
van Chili af

Slide 48 - Quiz

01:39
Ontstaat er een lage- of hogedrukgebied in de kust voor Azië? Waarom? Geef een kenmerk!

Slide 49 - Open question

02:42
Wat zorgt ervoor dat de El Nino ontstaat, ofwel het lagedrukgebied verplaatst?
A
wind
B
water
C
vuur
D
aardplaat

Slide 50 - Quiz

03:35
Noem een gevolg van de El Nino?

Slide 51 - Open question

03:51
Wat is de El Nina?
A
Het vervelende zusje van El Nino.
B
Een van de vele kenmerken van de El Nino.
C
Een negatief gevolg van de El Nino.
D
De veroorzaker van de El Nino.

Slide 52 - Quiz