Daarna bespreken we klassikaal jullie goede redenen
Slide 4 - Slide
Waarom literatuur(geschiedenis)?
Ontwikkeling van cultuurhistorische kennis: je leert meer over de Nederlandse geschiedenis, cultuur & mentaliteit.
Algemene ontwikkeling: je leert nieuwe ‘werelden’ en mensen kennen, in uiteenlopende situaties en tijden.
Goed voor je woordenschat, verbeeldingskracht en empathisch vermogen.
Intertekstualiteit: in andere boeken of films wordt vaak verwezen naar andere/oude teksten.
Slide 5 - Slide
Middeleeuwse literatuur
de historische context rondom middeleeuwse literatuur
de eerste Nederlandse teksten/boeken
de kenmerken van de middeleeuwse literatuur
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Historische context: tijd
500-1500 na Christus
Begin middeleeuwen na einde Romeinse Rijk.
Einde middeleeuwen ingezet door start nieuwe periode: de Renaissance.
Slide 8 - Slide
Historische context: 3 standen
Standen = relatief gesloten groepen binnen de bevolking met eigen sociale status en 'taak'.
Geestelijkheid > taak: bidden
Adel & ridders > taak: strijden
Boeren & burgers > taak: werken
Slide 9 - Slide
1e stand: Geestelijkheid
Monniken, nonnen, bisschoppen, paus, etc. Zorgden voor 'zielenheil': bidden, biecht, mis, etc.
Geloof superbelangrijk voor iedereen. Doel: een leven na de dood zoals in de Bijbel omschreven.
De Bijbel was het belangrijkste boek.
Slide 10 - Slide
2e stand: Adel & ridders
Bekwaam in politieke zaken en krijgskunst.
Feodale maatschappij (leenstelsel): hoge adel (leenheer) gaf stuk land in ‘leen’ af aan lage adel (leenmannen/vazallen). In ruil daarvoor zwoeren deze vazallen trouw aan hun leenheer & hielpen als er oorlog was.
Adel beschermde zichzelf door kastelen en ridders (zonen van lage adellijke families).
Eer en aanzien belangrijk.
Slide 11 - Slide
3e stand: Boeren & burgers
90% van de bevolking was boer. Veelal als 'horigen' in dienst van leenmannen/vazallen (zie: 2e stand: Adel & ridders).
Met de verstedelijking kwam de burgerij op die leefden van handel en productie van goederen.
Burgerlijke mentaliteit: vlijt, nuttigheid, spaarzaamheid, etc.