hoe werkt een computer oefenen

hoe werkt een computer oefenen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

hoe werkt een computer oefenen

Slide 1 - Slide

Hoe wordt de snelheid van een processor gemeten
A
gigahertz (Ghz)
B
Hertz (Hz)
C
Gigabyte (Gb)
D
Bits per seconde

Slide 2 - Quiz

Welke computer heeft de grootste verwerkingscapaciteit ?

Slide 3 - Open question

Een minicomputer is heel klein (mini)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is de afkorting van ICT
A
Informatie- en communicatie technology
B
informatie - en computer technology
C
Internationaal computer team
D
Informatie en computertesten

Slide 5 - Quiz

Software kun je fysiek aanraken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen een bit en een byte

Slide 7 - Open question

Wat is een touchpad ?

Slide 8 - Open question

Hoe hoger de snelheid van je processor, hoe sneller je computer
A
Waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Geef 2 andere namen voor "interne geheugen"

Slide 10 - Open question

Waar staat de afkorting "ICT" voor

Slide 11 - Open question

Hoe wordt het interne geheugen opgegeven ?

Slide 12 - Open question

Waarom zijn nieuwe computers vaak sneller ?

Slide 13 - Open question

Noem 3 voordelen van opslaan op je externe harde schijf ?

Slide 14 - Open question

Wat wordt er gebruikt voor de uitvoer van de computer?

Slide 15 - Open question

Wat is een supercomputer?
A
Een computer die op je bureau staat
B
Een draagbare computer die je overal mee naartoe kunt nemen
C
Een computer met een groot rekenvermogen, gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek
D
Een computer die specifiek gemaakt is voor gamen

Slide 16 - Quiz

Wat is waar over een mainframecomputer?
A
het is minder krachtig dan een supercomputer
B
Het is krachtiger dan een supercomputer

Slide 17 - Quiz

Wat is waar over een mainframecomputer?
A
Het wordt gebruikt als persoonlijke computer
B
Het wordt gebruikt door grote bedrijven
C
Het wordt gebruikt om data te verwerken
D
Het is net als een tablet

Slide 18 - Quiz

Welke 3 apparaten gebruik je bij een desktop?

Slide 19 - Open question

Leg uit: wat is het verschil tussen een desktop en laptop

Slide 20 - Open question

Wat doet het moederbord?
A
De onderdelen van de computer afkoelen
B
Zorgt ervoor dat je kunt verbinden met het internet
C
Slaat bestanden op je computer op
D
Verbindt alle onderdelen van de computer met elkaar

Slide 21 - Quiz

Welke type geheugen wordt gebruikt voor het tijdelijk opslaan van je gegevens
A
ROM-geheugen
B
Cloud opslag
C
RAM-geheugen
D
Harde schijf

Slide 22 - Quiz

Wat gebeurt er met de gegevens van het RAM-geheugen wanneer je je computer afsluit

Slide 23 - Open question

Hoe wordt het binaire stelsel aangegeven?

Slide 24 - Open question

Wat doet een processor in de computer?
A
het ventileert het systeem zodat het sneller kan gaan
B
Het zorgt ervoor dat jij snel kunt opstarten
C
Het voert berekeningen uit en verwerkt de opdrachten die een computer krijgt
D
Het zorgt ervoor dat jij via de wifi snel alles kunt uitvoeren

Slide 25 - Quiz

Noem een voorbeeld van een "randapparatuur"

Slide 26 - Open question

Wat is cloudopslag?

Slide 27 - Open question