ik kan werkwoordsvormen analyseren, benoemen en vertalen
Weektaak:
bijhouden: basisvoc. t/m les 29
leren: gramm. 6.9 (aoristi bij thema 6)
herhalen: vorm en vertaalwijze ptc (vorm: zie HB 126-127 / vertaalwijze: zie HB blz. 118-124 en dan met name de stukken met een donker oranje balk in de kantlijn)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leerdoelen:
ik kan T 29 vertalen
ik kan naamwoorden benoemen en verklaren
ik kan werkwoordsvormen analyseren, benoemen en vertalen
Weektaak:
bijhouden: basisvoc. t/m les 29
leren: gramm. 6.9 (aoristi bij thema 6)
herhalen: vorm en vertaalwijze ptc (vorm: zie HB 126-127 / vertaalwijze: zie HB blz. 118-124 en dan met name de stukken met een donker oranje balk in de kantlijn)
Slide 1 - Slide
Begintaak: Noteer de gevraagde vormen van het ptc.
ἄρχω - ptc. aor. nom M ev / acc F mv
εἰμί - ptc. praes. acc M mv
λείπω - ptc. aor. nom M ev / gen M mv / gen F mv
Je hebt vandaag je laptop nodig.
Slide 2 - Slide
We bespreken T 29
Maak aantekeningen in je schrift bij de tekst.
Slide 3 - Slide
bij voorzetsel (vz) … (vul het vz in)
bij werkwoord (ww) … (vul het ww in)
bijvoeglijke bepaling (bvb) bij … (vul het woord waarbij in)
bijwoordelijke bepaling (bwb) van … middel/reden/manier (vul het type bwb in)
lijdend voorwerp (lv) bij … (vul het ww waarbij in in)
meewerkend voorwerp (mv) bij … (vul het ww waarbij in)
naamwoordelijk deel gezegde (nw. deel)
onderwerp (o) van … (vul het ww waarvan in)
Slide 4 - Slide
Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van εἴδωλον (regel 22)
Slide 5 - Open question
Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van δακτύλῳ (regel 24)
Slide 6 - Open question
Noteer naamval, geslacht en getal van ἐλθόν (regel 27)
Slide 7 - Open question
Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van Ἡλίου (regel 29)
Slide 8 - Open question
Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van ἀνδρός (regel 30)
Slide 9 - Open question
Regel 26 αὐτῷ Citeer uit het voorafgaande vanaf regel 22 het Griekse woord waar αὐτῷ naar verwijst.
Slide 10 - Open question
Draken van werkwoordsvormen.
Werkwoord van herkomst? Vorm? Vertaling?
σημηναν
ἥμαρτε
συνέλεξας
πάρητε
ἑλεῖν
ἐᾶν
Slide 11 - Slide
Leerdoelen:
ik kan T 29 vertalen
ik kan naamwoorden benoemen en verklaren
ik kan werkwoordsvormen analyseren, benoemen en vertalen
Weektaak:
bijhouden: basisvoc. t/m les 29
leren: gramm. 6.9 (aoristi bij thema 6)
herhalen: vorm en vertaalwijze ptc (vorm: zie HB 126-127 / vertaalwijze: zie HB blz. 118-124 en dan met name de stukken met een donker oranje balk in de kantlijn)