Ontdek de kracht van stijlfiguren!

Ontdek de kracht van stijlfiguren!
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek de kracht van stijlfiguren!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel: Stijlfiguren begrijpen
Aan het einde van de les kun je de stijlfiguren hyperbool, paradox, enumeratie en repetitio herkennen en toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over stijlfiguren?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn stijlfiguren?
Stijlfiguren zijn taalkundige trucjes die schrijvers en sprekers gebruiken om hun tekst interessanter en expressiever te maken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hyperbool
Een hyperbool is een overdrijving. Het wordt gebruikt om iets sterker te benadrukken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Paradox
Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Het kan verrassend en intrigerend zijn.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Enumeratie
Bij enumeratie worden verschillende elementen opgesomd. Het creëert ritme en versterkt de boodschap.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Repetitio
Repetitio is het herhalen van woorden of zinnen. Het zorgt voor nadruk en versterking.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldzinnen
Ik ben zo moe. Ik heb dit wel duizend keer gezegd. Het is warm, maar ik heb het koud. Ik hou van je, maar ik haat je.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vijf meerkeuzevragen
1. Welk stijlfiguur wordt gebruikt in de zin: 'Ik lach me dood!'? a) Hyperbool b) Paradox c) Enumeratie d) Repetitio
2. Wat is een paradox? a) Een overdrijving b) Een schijnbare tegenstelling c) Een opsomming d) Een herhaling

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.