3KB C5 HH § 2 en 3 L1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Cursus 5 Grammatica § 2 en 3> online en blz. 180

*Lesdoel: 

Je weet hoe je de pv, ow, wg en lv kunt vinden in een zin.

* Vorige les: toets fictie

* Komende periode: taalverzorging> zinsdelen, formuleren en spelling

Wat weet jij van zinsdelen?

Hoe vind je de pv in een zin?

Aantekening Cursus 5 § 2 en 3

Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?

1. door de zin vragend te maken?
2. Wie of wat + gezegde?’
3. Wie of wat + onderwerp + gezegde?’

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.

1. Ik
2. kan
3. het onderwerp
4. een zin

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.

1. Marina
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.

1. goed
2. fout

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik heb een ijsje gegeven.

1. ik
2. een ijsje
3. heb
4. heb gegeten

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. Wie/wat + persoonsvorm?
2. Het onderwerp van de zin.
3. Alle werkwoorden in de zin.
4. Wie/wat + onderwerp?

Hoe vind je het lijdend voorwerp? Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag:

1. Wie /wat + onderwerp + gezegde?
2. Wie/wat + persoonsvorm + onderwerp?
3. Wie/wat + onderwerp + lijdend voorwerp?
4. Wie/wat + persoonsvorm + gezegde?

Wat is het lijdend voorwerp?

Klas 2B leert het lijdend voorwerp vinden.

1. Klas 1H
2. leert
3. het lijdend voorwerp
4. vinden

Zelfstandig werken of instructiegroep 

Huiswerk: 

* Maken oefentoets> papier> inleveren einde les

Online> Cursus 5 Grammatica> § 2> opdracht 1 en 2

Klaar?

Online> Cursus 5>trainen> hh leerjaar 2

Lezen in een leesboek naar keuze> leesapp

Evaluatie

Wat ging er goed deze les?

Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?

1. door de zin vragend te maken?
2. Wie of wat + gezegde?’
3. Wie of wat + onderwerp + gezegde?’

De persoonsvorm is altijd een...

1. werkwoord
2. een persoon