This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Unterricht 3V Datum: den 16. April 2019
-SO Wörterliste kapitel 13A + B1
- Erklärung Bindewörter= Voegwoorden
- Aufgabe 16 machen
- Aufgabe 16 kontrollieren
- (Kahoot)
die Lernziele:
- ihr könnt sagen was ein Bindewort ist ( Funktion)
- ihr könnt mir einige Deutsche Bindewörter und ihre Bedeutung nennen
- ihr könnt das richtige Bindewort in einem Satz eintragen
- ihr könnt aus 2 Sätzen einen richtigen Satz bilden mit Hilfe von einem Bindewort.
1. Geef nu van zoveel mogelijk Nederlandse voegwoorden de Duitse betekenis. Noteer deze voor jezelf op een apart blaadje.
2. Ga nu naar blz. 62 TB en controleer jouw antwoorden en vul jouw lijst met voegwoorden aan met de voegwoorden die op deze blz. staan.
Hoe maak je van 2 zinnen één zin met behulp van een voegwoord?
Let erop dat de woordvolgorde in het Duits bijna hetzelfde is als in het Nederlands. In bijzinnen hoeven het onderwerp en de persoonsvorm niet naast elkaar te staan. In de bijzin komt de persoonsvorm helemaal achteraan in de zin te staan.
Voorbeeld: Ik kom nu. Ik heb geen tijd. (hoewel)
Ik kom nu, hoewel ik geen tijd heb.
Ich komme jetzt, obwohl ich keine Zeit habe.
Macht jetzt Aufgabe 16 Seite 14/15 AB
( je mag met je buurman/buurvrouw overleggen)
Fertig?
kontrolliert selbständig Aufgabe 16 und verbessert euere Fehler.
Viele Fehler? --> bestudiere noch einmal Seite 62 TB oder fragt euere Lehrerin um Hilfe. Ihr könnt euch bei ihr ein extra Übungsblatt holen.
Fertig?
Aufgabe 18 bis einschlieβlich 20 ( Text) machen oder bestudiert noch einmal Seite 62 TB.
Hausaufgaben:
Aufgabe 16 + lernen Baustelle Bindewörter Seite 62 TB.
Tschüss
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.