Week 2

Week 2
Groeten 
Korte klanken, lange klanken, dubbelklanken
open en gesloten lettergrepen 

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Week 2
Groeten 
Korte klanken, lange klanken, dubbelklanken
open en gesloten lettergrepen 

Slide 1 - Slide

uit het boekje: [pagina 12 tm 18
Kort herhalen
Schrijf het woord op dat je hoort...

Slide 2 - Slide

De docent spelt een woord. De leerlingen schrijven het woord in hun schrift/op het wisbordje.
- goedemiddag
- alfabet
- lettergreep
Spel je eigen naam
* Spel je eigen voor- en achternaam
* De anderen van je groepje schrijven het op
* Controleer de spelling

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Groeten en gedag zeggen

Wat zeg je als je komt?


Wat zeg je als je weggaat?



Slide 4 - Slide

De leerlingen schrijven zoveel mogelijk woorden op die horen bij komen of gaan.

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Vul de woorden in je schema aan.

Slide 6 - Slide

De leerlingen die ze geleerd hebben van het filmpje vullen ze aan in hun schema.
Sleep de geluiden naar de juiste situatie
You enter the classroom in the morning 
You arrive at your friends parents place for dinner. 
You enter the school directors office at lunch time. 
You pass a peer in the hallway of the school. . 
you say goodbye to your friend after school. 

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Aantekeningen maken
Bekijk het filmpje. Maak twee kolommen. Links schrijf je de gesprekjes met een positief antwoord. Rechts de gesprekjes met een negatief antwoord. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vragen hoe het gaat 
Loop rond in klas. Wanneer de docent stop zegt, vraag je hoe gaat aan de dichtstbijzijnde persoon. De ene keer antwoord je positief, de andere keer negatief. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak nu blz. 20 t/m 23 uit je boekje

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
* Korte- en lange klanken
* Dictee
* Over jezelf schrijven
*Interview

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lange- en korte klanken
- Bestudeer in 2-tallen blz. 4 t/m 7 van je boekje en oefen samen de klanken.
- Vraag aan de docent als je twijfelt (doubt)



timer
5:00

Slide 12 - Slide

Zet de timer (5 minuten) op het bord.

Link voor uitspraak: 
https://blogs.transparent.com/dutch/how-to-pronounce-diphthongs-and-vowel-combinations-in-dutch/
dictee 
Luister naar de docent en schrijf de juiste klanken in je boekje (blz. 7-8)

Slide 13 - Slide

sleutel klanken
A
bal
taal
naam
nam
rat
paal
schaap
al
baan
mat
taak
kat
gas
maand
zak
B
vind
lig
drie
hier
stip
in
diep
fiets
tien
bril
kil
lieg
bier
til
grip
C
beest
been
heel
pet
belt
beer
met
stel
wanneer
les
telefoneer
deel
ver
nek
hel
D
woord
droom
pols
boord
knop
zoon
stoom
kop
proost
stop
ton
goot
door
woon
bos
E
rust
cursus
vuur
druk
muur
buk
huur
munt
uur
kust
mug
stuur
vlug
punt
universiteit (bonus!)
Indien te makkelijk, kan je 2 rijtjes per klank doen en het laatste rijtje door de leerlingen in 2-tallen laten invullen

Vowel length
When a word is ending:

The amount of vowels will decide the pronunciation of the vowels:

Taak     (task)
Tak       (branch)

But inside a word, mostly just 1 vowel is written.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

In other words
Long sound - 1 consonant behind a vowel

taken, manen 

Short sound - 2 or more consonants behind a vowel

takken, mannen



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Dictee blz. 9 & 10
 luisteroefening

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

klanken 
Klanken in je eigen taal, die moeilijk zijn. 

Leer je buurman een moeilijk uit te spreken woord. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout(en)
1. Ik been veertien jaar oud.
2. Ik won in Eindhoven.
3. Mijn hobby is veotballen.
4. Ik kom naar school met de feits.
5. De lerling werkt op de computer.
6. Ik schrief in het boek.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
1. Ik ben veertien jaar oud.
2. Ik woon in Eindhoven.
3. Mijn hobby is voetballen.
4. Ik kom naar school met de fiets.
5. De leerling werkt op de computer.
6. Ik schrijf in het boek.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Schrijf over jezelf
Maak nu de oefeningen op blz. 12-14-15-16
* Klaar? Maak af blz. 20 t/m 23

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Klasgenoten interviewen
Loop door de klas doe de opdracht op pagina 17.

Schrijf de informatie over je klasgenoten op in de tabel.


De docent zal na de opdracht vragen stellen over deze tabel.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions