introductie GGZ

1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

waar denk je aan bij het woord psychiatrie

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

welke psychiatrische ziektebeelden ken je

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

psychische functies
Er worden 8 psychische functies onderscheiden, waarin allerlei verstoringen kunnen plaatsvinden
  • Bewustzijn​
  • Oriëntatie​
  • Expressie en motoriek​
  • Denken​
  • Waarnemen​
  • Zelfbeleving​
  • Stemming en affect​
  • Willen en verlangen






Slide 13 - Slide

Het bewustzijn
Een biologische toestand waardoor we besef hebben van onze omgeving​


Stoornissen kunnen zijn​:
- Verminderd of niet meer aanspreekbaar/wekbaar zijn​
- Coma, subcoma, somnolent, sufheid, slaap, verminderde aandacht



Slide 14 - Slide

orientatie
Een toestand waarin we besef hebben van tijd, plaats, persoon​


Stoornissen kunnen zijn​:
- Desoriëntatie tijd, plaats, persoon, bijvoorbeeld bij dementie


Slide 15 - Slide

expressie en motoriek
Hierbij gaat het over lichaamshouding, beweging, mimiek, spraak​


Voorbeelden van stoornissen​:
- Overactief, rusteloos, geagiteerd​
- Verminderd actief, vertraagd of afwezig handelen​
- Verandering in expressie /mimiek (uitdrukkingsloos)​
- Verandering in motoriek bijvoorbeeld bij Parkinson​
- Katatonie, bewegingsloosheid (katatone stupor) of overdreven bewegen






Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Denken
Denken kunnen we alleen maar waarnemen aan iemands uitspraken. We onderscheiden in het denken de inhoud, het tempo, de vorm, het geheugen​


Voorbeelden van stoornissen in het denken​:
- Inhoud: Waan, de overtuiging of de gedachte die iemand heeft, die niet in overeenstemming         is  met de realiteit en niet bij te sturen is​
- Tempo: Vertraagd of versneld denken bijv. Bij depressie of manie​
- Vorm: Incoherent/verward/onlogisch​
- Geheugen; Korte en lange termijn geheugen, inprenting





Slide 18 - Slide

Waarnemen
Via onze zintuigen hebben we contact met de omgeving; zien, horen, voelen, proeven, ruiken​


Stoornissen in het waarnemen​:
- Hallucinaties, iets waarnemen wat er in werkelijkheid niet is en voor anderen niet waar te                  nemen, maar die voor de persoon zelf realiteit is. Dit is niet bij te sturen​
- Illusie, een verkeerde interpretatie van de werkelijkheid, deze verkeerde interpretatie kan              worden bijgestuurd



Slide 19 - Slide

zelfbeleving
Zelfbeleving is de manier waarop iemand zichzelf ervaart; ideeën over de eigen persoon en de beleving van de eigen vaardigheden, het zelfbeeld, identiteit, emoties enz.​


Stoornissen kunnen zijn​:
- Depersonalisatie: een gevoel van buiten het eigen lichaam of geest te staan, het gevoel als in       een droom te leven​
- De-realisatie: De omgeving of bekenden worden als onwerkelijk ervaren.​
   Het gevoel kan seconden, minuten tot dagen duren




Slide 20 - Slide

Vervolg zelfbeleving
Het zelfbeeld is aan verandering onderhevig en wordt steeds weer bijgesteld aan de hand van de huidige situatie. Denk aan leren leven met de gevolgen van een ziekte. ​

Om vast te stellen of er sprake is van een verstoring wordt er gekeken naar hoe iemand zichzelf beschrijft en omgaat met veranderingen​

Verstoring kunnen voorkomen bij o.a. ​
psychose, koorts, migraine, Epilepsie, slaaptekort, angst, Dis, drugs



Slide 21 - Slide

Stemming en affect
Stemming: de waardering van onze levenssituatie als geheel. Het grondgevoel voor langere duur​

Affect: kortdurende emotie en gevoelens zoals verdriet, blijdschap, woede, boosheid​

Stoornissen kunnen zijn​:
- Stemmingsstoornis, depressie, manie​
- Affect: overdreven gevoelig, onbeheerst uiten van gevoelens, affectlabiliteit




Slide 22 - Slide

willen en verlangen
Willen: het doelbewust nastreven en handelen​

Verlangen: Heeft meer betrekking op driften​

Stoornissen kunnen zijn:​
- Remming: van binnen uit weerhoudt je iets om het uit te voeren​
- Ontremming: Niets weerhoudt je​
- Impulsiviteit: zonder na te denken handelen​
- Drang: onbedwingbare neiging om toe te geven aan een bepaalde handeling, gericht op                 lustbeleving​
-  Dwang: steeds terugkerende gedachten (obsessies) en/of handelingen (compulsies) staan          centraal







Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide