What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordenschat H4 - Woorden met meerdere betekenissen K3
Welkom!
Woordenschat hoofdstuk 4, blz. 96 t/m 99
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Woordenschat hoofdstuk 4, blz. 96 t/m 99
Slide 1 - Slide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 2 - Link
Woorden met meerdere betekenissen
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je leert:
de betekenis van woorden met meerdere betekenissen afleiden uit de tekst;
de betekenis van een onbekend woord in de tekst of in een woordenboek vinden;
de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.
Slide 4 - Slide
Jan, wil jij even naar de bank lopen?
Slide 5 - Slide
Meerdere betekenissen
Sommige woorden hebben meerdere betekenissen.
homoniem
Je kan in de war raken.
Slide 6 - Slide
Homoniemen
arm
slot
kussen
slot
licht
Slide 7 - Slide
De juryleden
prijzen
de winnaar. Ze vinden het vooral knap dat hij het lied zelf geschreven heeft.
Slide 8 - Slide
Woordenboek
Als je een woord in het woordenboek opzoekt, zorg dan dat je de juiste betekenis kiest.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De vormgever was bezig met het opmaken van de pagina's.
Slide 11 - Slide
Voor een feest wil Minke zich altijd graag mooi opmaken.
Slide 12 - Slide
Welk homoniem past in de zin?
Het geld dat ik in de vakantie verdiend heb, heb ik vandaag op mijn bankrekening gestort.
______
A
gedumpt
B
gezet
Slide 13 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
Erik heeft een gemene streek uitgehaald; zijn zusje is erg geschrokken.
______
A
gebied
B
daad waarover je boos bent
Slide 14 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
Hij wilde het huurcontract opzeggen, omdat hij het geld niet meer kon opbrengen.
_________
A
einde maken aan een afspraak
B
iets uit je hoofd opzeggen
Slide 15 - Quiz
Welk homoniem past in de zin?
De getuige kon bevestigen dat hij de verdachte die avond had gezien.
_________
A
zeggen dat het klopt
B
vastmaken
Slide 16 - Quiz
Aan de slag! Woordenschat H4, blz. 96 t/m 99
Wat:
Maak opdracht 1 en 2
Hoe:
Je werkt voor jezelf, na 10 minuten mag je fluisterend overleggen met je buur
Hulp:
Heb je een vraag, steek je vinger op
Tijd:
Je hebt 20 minuten de tijd
Klaar:
Nakijken en verbeteren
Niet klaar:
Dan is de rest het huiswerk.
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Woordenschat H4, blz. 96 t/m 99, lees de theorie en maak opdracht 1 en 2.
Slide 18 - Slide
Aan de slag! Woordenschat H4, blz. 96 t/m 99
Wat:
Controleer opdracht 1 en 2 (als je dit nog niet hebt gedaan).
Maak opdracht 3 t/m 7
Hoe:
Je werkt voor jezelf, na 10 minuten mag je fluisterend overleggen met je buur
Hulp:
Heb je een vraag, steek je vinger op
Tijd:
Je hebt 20 minuten de tijd
Klaar:
Nakijken en verbeteren
Niet klaar:
Dan is de rest het huiswerk.
Slide 19 - Slide
Huiswerk
Woordenschat H4, blz. 96 t/m 99, lees de theorie en maak opdracht 3 t/m 7.
Slide 20 - Slide
More lessons like this
WK 40 (2) M3 - H4 WOORDENSCHAT: woorden met meerdere betekenissen
September 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
M3 Woordenschat H4 woorden met meerdere betekenissen
March 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Synoniemen
March 2018
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
T3 H4 woordenschat homoniemen en synoniemen
March 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Klas 3: woordenschat H4 Woorden met meer betekenissen
January 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Woordenschat - Woorden met meerdere betekenissen
December 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordenschat H4 les 2
March 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordenschat hfd. 3+4 (les 3)
February 2018
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3