§5.2 Transport en sedimentatie (2)

§5.2 Transport en sedimentatie (2)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

§5.2 Transport en sedimentatie (2)

Slide 1 - Slide

Materiaal dat door een rivier is neergelegd noemen we....?
A
fluviatiel sediment.
B
glaciaal sediment.
C
marien sediment.
D
eolisch sediment.

Slide 2 - Quiz

Hoe noemen we het verweringsmateriaal dat door een gletsjer wordt meegenomen en neergelegd?
A
klei
B
duinen
C
morene
D
poolkap

Slide 3 - Quiz

Welk verweringsmateriaal vinden we in de bovenloop van een rivier?
A
zand
B
klei
C
grind
D
rotsen

Slide 4 - Quiz

Antwoord vraag 1
De zee (marien) heeft het zand afgezet op het strand, de wind (eolisch) heeft het zand opgewaaid tot duinen.

Slide 5 - Slide

Antwoord vraag 2
2a: In New Orleans wordt vooral klei afgezet want het ligt
      aan de benedenloop van een rivier.
2b: In Zhongba worden vooral rotsblokken neergelegd want
      het ligt in de bovenloop van de rivier.
2c: In Wittenberg wordt vooral grof zand afgezet want het
      ligt in het begin van de benedenloop.
2d: In Issoire wordt vooral grind afgezet want het ligt in de
      middenloop.

Slide 6 - Slide

Antwoord vraag 3
3a: Dicht langs de grote rivieren vind je vooral lichte rivierklei.
3b: Verder van de rivier vind je vooral zware rivierklei.
3c: Lichte rivierklei bevat meer zand. Deze is dichter bij de           rivier afgezet. Bij overstromingen was de stroming dichter       bij de rivier hoger. Zand kon dan wel worden afgezet,             want het is zwaarder. Klei is licht en wordt pas afgezet als
      het water bijna niet meer stroomt.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Antwoord vraag 4
4a: Vorstverwering.
4b: De gletsjer heeft verweringsmateriaal meegenomen en voor zich uit          geschoven. De gletsjer werkt als een bulldozer.
4c: Ongesorteerd materiaal. De gletsjer neemt alles mee dat op zijn pad         komt, van grote rotsblokken tot kleine steentjes.
4d: Morene.

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Je maakt voor de volgende keer van §5.2 de vragen 5-6-7.

De uitwerkingen upload je naar Opdrachten.

Slide 10 - Slide