Oefenopdracht Verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier | ALDJ

Verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier
In deze opdracht blikken we terug op vorige les.

De opdracht test jouw kennis over verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier.

Weet jij het verband te vinden tussen verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van de rivier?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier
In deze opdracht blikken we terug op vorige les.

De opdracht test jouw kennis over verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van een rivier.

Weet jij het verband te vinden tussen verweringsmateriaal en de stroomsnelheid van de rivier?

Slide 1 - Slide

Je ziet hier het stroomgebied van de rivier Rijn.
De oorsprong (=bron) van de Rijn is de Tomasee.
Dit meer ligt tussen Zwitserse bergtoppen (Oberalpas).
hierzo!

Slide 2 - Slide

De oorsprong van de Rijn:
Tomasee, een meer tussen Zweedse bergtoppen (Oberalpas).
Zo ziet het er van dichtbij uit!

Slide 3 - Slide


Dit is hoe de oorsprong er van de Rijn uitziet.
Is dit in de bovenloop, middenloop of benedenloop?
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop

Slide 4 - Quiz


In de bovenloop vindt er heel veel verwering plaats.
Er ontstaan veel afgebrokkelde gesteenten.
Hoe noem je dit afgebrokkelde materiaal?

A
sediment
B
erosiemateriaal
C
verwering
D
verweringsmateriaal

Slide 5 - Quiz

In de bergen brokkelen stukken gesteente langzaam af. Deze afgebrokkelde stenen worden verweringsmateriaal genoemd.

Langs heel de loop van de rivier wordt dit verweringsmateriaal uit de bergen neergelegd: sedimentatie.

Slide 6 - Slide

Verweringsmateriaal is er in verschillende soorten
Jullie leren over stenen, grind, zand en klei.


Zet de onderstaande woorden bij de juiste foto's.
...
...
...
...
grind
klei
zand
stenen

Slide 7 - Drag question

Het verweringsmateriaal wordt in verschillende vormen op verschillende plekken in de rivier neergelegd (gesedimenteerd).

Dit is afhankelijk van de stroomsnelheid van de rivier.
Vul de ontbrekende woorden in onderstaande zinnen in. Let op: er blijven woorden over!
Hoe   sneller           het water stroomt in een rivier, hoe            groter   de korrels van de sedimenten.

Hoe   sneller           het water stroomt in een rivier, hoe               meer erosie er plaatsvindt.
sneller
langzamer
sneller
langzamer
meer
minder
groter
kleiner

Slide 8 - Drag question


Welk soort verweringsmateriaal wordt vooral neergelegd (gesedimenteerd) in de bovenloop?
A
rotsen en stenen
B
grind en grof zand
C
fijn zand en klei
D
stenen en klei

Slide 9 - Quiz


Welk soort verweringsmateriaal wordt vooral neergelegd (gesedimenteerd) in de middenloop?
A
rotsen en stenen
B
grind en grof zand
C
fijn zand en klei
D
stenen en klei

Slide 10 - Quiz


Welk soort verweringsmateriaal wordt vooral neergelegd (gesedimenteerd) in de benedenloop?
A
rotsen en stenen
B
grind en grof zand
C
fijn zand en klei
D
stenen en klei

Slide 11 - Quiz

En je weet het!

Het afgebrokkelde materiaal in de bergen door verwering noem je verweringsmateriaal.

Voorbeelden van verweringsmateriaal zijn rotsen/stenen, grind, zand en klei.

Hoe sneller het water stroomt in een rivier, hoe groter de korrels van sedimenten en hoe meer erosie er plaatsvindt.

Slide 12 - Slide