Trachea verzorgen

verzorgen tracheostoma en tracheacanule

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

verzorgen tracheostoma en tracheacanule

Slide 1 - Slide

  • Aanleggen van een tracheostoma gebeurt via een laryngectomie (verwijderen van strottenhoofd en stembanden).
  • Vaak t.g.v. tumor op of nabij de stembanden.
  • Luchtweg en ademweg zijn permanent van elkaar gescheiden.
  • Ademen via neus en mond kan niet meer.
  • Canule direct na operatie geplaatst (krimpen voorkomen), eendelig vaak.
  • Wond genezen is canule niet nodig, sommige alleen ‘s nachts.

Tracheostoma

Slide 2 - Slide

Tracheotomie
Insnijden van enkele kraakbeenringen luchtpijp, vlak boven borstbeen, door KNO-arts, anesthesist of chirurg. Vaak acuut en kan tijdelijk zijn. Canule om open te houden. ​

 
Luchtpijp vernauwd of afgesloten. ​
  • Zwelling bij allergische reactie​
  • Zwelling bij ontstoken weefsel​
  • Zwelling na operatief ingrijpen in hoofd/halsgebied​
  • Zwelling na schade na trauma​
  • Verlamming van 1 of beide stembanden​
  • Obstructie door corpus alienum​
  • Obstructie door littekenweefsel​
  • Inoperatieve tumor​
  • Langdurige beademing ​









Slide 3 - Slide

  • Bij een tracheotomie bestaat er een verbinding tussen luchtweg en voedselweg.
  • Bij een tracheostoma is er dus alleen in- en uitademing via stoma, tracheotomie hoeft het niet.
  • Tracheostoma is blijvend, tracheotomie hoeft niet.

verschil tracheatomie en tracheostoma

Slide 4 - Slide

  • Uitzuigen, stimuleer ophoesten en zo min mogelijk uitzuigen
  • Bevochtigen inademingslucht
  • Kunstneus (min. 1x per dag vervangen)
  • Druppelen of sprayen
  • Vernevelen, zuurstof of beademing via canule

voorkomen verstopping tracheacanule

Slide 5 - Slide

  • Hoesten (droge lucht, irritatie luchtpijp, roken).
  • Extra druppelen, slijm dunner maken of luchtvochtigheid verhogen
  • Veel helder dun slijm (verkouden, teveel druppelen, slijmverdunner)
  • Ophoesten bloed (luchtpijp droog, canule drukt luchtpijp, bandje te los)
  • Geel/groen slijm (luchtweginfectie)
  • Kriebelhoest (irritatie luchtpijp)
  • Roodheid huid onder canule (slijm irriteert)
  • Wildvlees (zilvernitraatstift)
  • Drukplek canule
  • Obstructie canule
  • Buitencanule valt eruit





complicaties tracheacanule

Slide 6 - Slide

  •  Altijd aanwezig (tracheaspreider en schone canule)
  • Gecufft
  • Ongecufft
  • Fixatiebandje (tip, snijd het in).
  • Metallinegaasje
  • Binnen canule min. 2x per dag verwijderd, gereinigd en opnieuw ingebracht, 1e 5 dagen vaker (pijpenragers niet, maar gaasje of tissue, water).
  • Buitencanule vooral laten zitten


verzorging tracheacanule

Slide 7 - Slide

  • Kom lauw water
  • Canuleband
  • Onderlegger
  • 2 paar handschoenen
  • Bakje (vuile canule te plaatsen)
  • Papieren tissue
  • Glas lauw water (canule na het reinigen)
  • Gaasje 10x10cm en kunststof pincet of wattenstokjes
  • Extra canule
  • Metallinegaasje
  • Afvalbakje
  • Schaar
benodigdheden:

Slide 8 - Slide

verzorgen van een tracheacanule
filmpje:

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

verzorgen Tracheostoma
filmpje:

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide