§ 9.1 Magnetisme

Magnetisme
In de natuur komen natuurlijke magneten voor.

Deze trekken elkaar maar ook 
ijzer, nikkel en kobalt aan.
Je hebt ook kunstmatige magneten
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Magnetisme
In de natuur komen natuurlijke magneten voor.

Deze trekken elkaar maar ook 
ijzer, nikkel en kobalt aan.
Je hebt ook kunstmatige magneten

Slide 1 - Slide

Noord en zuidpool
1
2

Slide 2 - Slide

Type magneten

Permanente magneet => Is altijd magnetisch


Elektromagneet => Wordt magnetisch wanneer er stroom door de spoel loopt





Slide 3 - Slide

Voordelen elektromagneet
  • Een elektromagneet kan je aan en uit zetten
  • De sterkte van de magneet is instelbaar
  • Een elektromagneet kan sterker zijn dan permanente magneet
  • Je kan de polen van de magneet verwisselen

Slide 4 - Slide

Magnetisme
De allergrootste magneet
  • Permanente magneet
  • van ijzer, cobalt of nikkel
  • altijd AAN (of UIT)
  • magnetiseren
Elementair magneetjes

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

Elektromagneet
  • Een elektrische stroom in een draad
    wekt een magnetisch veld op
  • Bij een enkele draad is dit niet of
    nauwelijks merkbaar
  • In een spoel kan dit een
    zeer sterke magneet opleveren
  • De sterkte van zo'n elektromagneet
    hangt af van:
  • De stroomsterkte
  • het aantal windingen
  • de aanwezigheid van een ijzeren kern

Slide 8 - Slide

Permanente magneet

Slide 9 - Slide

Rond de aarde heerst een magnetisch veld
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Een magnetisch veld loopt van
de noordpool naar de zuidpool
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

De geografische noordpool is ook de magnetische noordpool van de aarde
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Alle metalen kunnen worden gemagnetiseerd
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Metalen die gemagnetiseerd kunnen worden zijn:
A
lood, ijzer en zink
B
ijzer, zink en nikkel
C
lood, kobalt en ijzer
D
ijzer, nikkel en kobalt

Slide 14 - Quiz

Welke bewering klopt
A
Gelijknamige- en ongelijknamige polen stoten elkaar af
B
Gelijknamige polen stoten elkaar af en ongelijknamige polen trekken elkaar aan
C
Gelijknamige polen trekken elkaar aan en ongelijknamige polen stoten elkaar af
D
Gelijknamige- en ongelijknamige polen trekken elkaar aan

Slide 15 - Quiz

Een elektromagneet kun je aan- en uit zetten
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Bij een elektromagneet kun je de noord- en zuidpool omdraaien
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

De sterkte van een elektromagneet hangt af van:
1. het materiaal van de spoel
2. de sterkte van de stroom
3. het aantal windingen
4. het materiaal van de kern
A
1, 2, 3 en 4
B
1, 2 en 3
C
1, 3 en 4
D
2, 3 en 4

Slide 18 - Quiz

Veldlijnen
Om een magneet bevindt zich het magneetveld.
Dit is het gebied waarin de magnetische kracht werkt.


Slide 19 - Slide

Eigenschappen veldlijnen
Veldlijnen lopen buiten de magneet van de
 noordpool naar de zuidpool

Binnen de magneet van de zuidpool naar de noordpool

Bij de polen lopen de meeste veldlijnen en is de magneetkracht het grootste

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Aard magneetveld
Waar wijst de noordpool van de kompas heen?
1

Slide 22 - Slide

Reed contact

Slide 23 - Slide

Reedcontact

Een beweegbaar stukje ijzer wordt door een magneet tegen de stroomdraad getrokken. Hierdoor wordt de schakelaar gesloten en kan de stroom door de kring bewegen.


Voorbeeld de kilometerteller op de fiets 

Slide 24 - Slide

Het relais
Met een relais kun je als een schakelaar gebruiken om een apparaat AAN en UIT te zetten.
  • Buitenlampen

  • Startmotor
  • Alarmen




Slide 25 - Slide

Nu zelf aan de slag
Maak in groepjes (3 a 4 personen per groep) § 9.1
Aan het einde van de les presenteerd elke groep 1 vraag. 

Slide 26 - Slide