Biologie Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 8            

Bloed


Herhaling:

8.1 Bloed
8.2 Bloed stroomt
8.3 Rond je cellen
8.4 Afvalstoffen
8.5 Doping en drugs
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8            

Bloed


Herhaling:

8.1 Bloed
8.2 Bloed stroomt
8.3 Rond je cellen
8.4 Afvalstoffen
8.5 Doping en drugs

Slide 1 - Slide

witte
bloedcel
rode
bloedcel
bloed-plaatje

Slide 2 - Drag question

Hartinfarct
Slagaderverkalking
Herseninfarct
Te hoge bloeddruk
Sleep de afbeeldingen naar de juiste hart-en vaatziekte

Slide 3 - Drag question

maak de  juiste combinaties
Hier worden stoffen uitgewisseld
SLAGADER
HAARVATEN
ADERS
Meestal zuurstofrijk bloed
Meestal zuurstofarm bloed

Slide 4 - Drag question

Bloed dat richting lichaam
Bloed gaat naar de longen
Rechterkamer
Rechterboezem
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 5 - Drag question

Bloed plaatje
Witte bloedcel
Rode Bloedcel
Bloedvat

Slide 6 - Drag question

Zet de teksten onder de bijbehorende afbeelding.
Hartpauze - hart vult zich met bloed
Boezems trekken samen 
Hartpauze - hart vult zich nog meer met bloed
Kamers trekken samen 
Bloed stroomt in slagaders

Slide 7 - Drag question

Sleep de juiste namen naar hun plek.
Let op er blijven antwoorden over.
1
2
3
4
5
6
Bloedplasma
Weefselvloeistof
Wittebloedcel
bloedvat
Lymfevat
rode bloedcel
Lymfe
bloedplaatje

Slide 8 - Drag question

Vervoeren zuurstof door het bloed 
Doden bacteriën en virussen
Zorgen voor het stollen van het bloed
Bezit hemoglobine

Slide 9 - Drag question

koolstofdioxide
water
zouten
kleurstoffen
andere afvalstoffen
alcohol
overtollige vitaminen 
(B en C)

Slide 10 - Drag question

De ............... helpen om de samenstelling van je bloed steeds min of meer constant te houden. Vul in:
A
hersenen
B
bloed
C
uitscheidingsorganen
D
lever en de maag

Slide 11 - Quiz

Welke stoffen maakt de lever? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
leversap
B
gal
C
ureum
D
cholesterol

Slide 12 - Quiz

Wat is nummertje 6?
A
nierbekken
B
nierschors
C
filtertjes
D
niermerg

Slide 13 - Quiz

Schrijf de namen die bij de lijntjes horen op van boven naar onder.

Slide 14 - Open question

Wat zijn nummers 2, 6, 10 en 13?
A
2: linkerboezem 6: longader 10: rechterkamer 13: halvemaanvormige kleppen
B
2: aorta 6: longslagader 10: linkerkamer 13: kleppen
C
2: linkerboezem 6: klep 10: linker kamer 13: aorta
D
2: linkerboezem 6: longslagader 10: rechterkamer 13: linkerkamer

Slide 15 - Quiz