8.3 Bloedvaten

Wat is de juiste manier om de verbranding op te schrijven?
A
Zuurstof + energie => Glucose + water + koolstofdioxide
B
Water + zuurstof => Glucose + koolstofdioxide
C
Zuurstof + glucose => Water + koolstofdioxide + energie
D
Water + koolstofdioxide => glucose + zuurstof
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat is de juiste manier om de verbranding op te schrijven?
A
Zuurstof + energie => Glucose + water + koolstofdioxide
B
Water + zuurstof => Glucose + koolstofdioxide
C
Zuurstof + glucose => Water + koolstofdioxide + energie
D
Water + koolstofdioxide => glucose + zuurstof

Slide 1 - Quiz

Bij borstademhaling bewegen
A
middenrif
B
ribben en borstbeen

Slide 2 - Quiz

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 3 - Drag question

luchtpijp
longen

Slide 4 - Drag question

longblaasjes
longen
Bronchiën

longtakje
Luchtpijp n

Slide 5 - Drag question

Zuurstof uit                                wordt
koolstofdioxide uit                             wordt
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats
de lucht
het bloed
opgenomen in het bloed
afgegeven aan de lucht

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Bloed bestaat uit:
1. rode bloedcellen
2. bloedplaatjes
3. bloedplasma
4. witte bloedcellen
Aantekening

Slide 8 - Slide

rode bloedcel
Bevatten hemoglobine => zorgt ervoor dat zuurstof kan blijven plakken aan een rode bloedcel
Aantekening

Slide 9 - Slide

Hemoglobine
Functie: vervoeren van zuurstof
Zit in de rode bloedcel
Maakt de rode bloedcel rood
Aantekening

Slide 10 - Slide

Bloedplasma
- vervoert stoffen
Bloedplasma is een gele vloeistof die voor 91,5% uit water bestaat en voor 8,5% uit eiwitten (zoals antistoffen, stollingsfactoren en albumine), zouten, vetten en suikers.
Aantekening

Slide 11 - Slide

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed

Slide 12 - Quiz

Deze bloedcel vervoert zuurstof:
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje

Slide 13 - Quiz

Deze bloedcel speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling:
A
Rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Witte bloedcel

Slide 14 - Quiz

welke bloedcel helpt je beter te worden?
A
Bloedplaatje
B
Witte bloedcel
C
Rode bloedcel

Slide 15 - Quiz

In de rode cirkel zie je:
A
Een rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Een witte bloedcel
D
Een blauwe bloedcel

Slide 16 - Quiz

In een bepaalde cel zit hemoglobine. Welke cel/nummer is dit?
A
witte bloedcel, nummer 2
B
witte bloedcel, nummer 1
C
rode bloedcel,nummer 1
D
rode bloedcel, nummer 2

Slide 17 - Quiz

Ribademhaling heet ook wel
A
Middenrifademhaling
B
Borstademhaling

Slide 18 - Quiz

witte
bloedcel
rode
bloedcel
bloed-plaatje

Slide 19 - Drag question

3 type bloedvaten
  1. slagader
  2. ader
  3. haarvaten
Aantekening

Slide 20 - Slide

Slagader
Altijd van het hart naar organen
Dikke, stevige wand (vangt harde klap op)
Hoge bloeddruk
Diep in het lichaam
Hartslag is voelbaar

Slide 21 - Slide

Ader
Van organen naar het hart
Dunne wand
Lage bloeddruk
Kleppen
Minder diep in het lichaam
Hartslag nauwelijks voelbaar
Aantekening

Slide 22 - Slide

Waarom heeft een ader kleppen?
Een ader vervoerd vaak bloed tegen de zwaartekracht in; bloed zal dan terugvallen en ophopen in je benen!

Kleppen openen bij elke hartslag even, zodat de bloeddruk het bloed omhoog duwt. Kleppen voorkomen dat het weer naar beneden valt.

Slide 23 - Slide

ader en spatader

Slide 24 - Slide

Haarvat
heel dun
tussen slagaders en aders in
Hiervandaan gaat zuurstof + voedingsstoffen naar het orgaan
Vanuit het orgaan komen koolstofdioxide + afvalstoffen in het haarvat
Aantekening

Slide 25 - Slide

Slagader
Haarvat
Ader

Slide 26 - Slide

Ader
Slagader
Haarvat

Slide 27 - Drag question

Kenmerk ader

Kenmerk slagader

Dunne wand
Dikke wand
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Van hart naar orgaan
Van orgaan naar het hart
kleppen

Slide 28 - Drag question

Ader
Haarvat
Slagader

Slide 29 - Drag question