Wat is de juiste manier om de verbranding op te schrijven?
A
Zuurstof + energie => Glucose + water + koolstofdioxide
B
Water + zuurstof => Glucose + koolstofdioxide
C
Zuurstof + glucose => Water + koolstofdioxide + energie
D
Water + koolstofdioxide => glucose + zuurstof
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat is de juiste manier om de verbranding op te schrijven?
A
Zuurstof + energie => Glucose + water + koolstofdioxide
B
Water + zuurstof => Glucose + koolstofdioxide
C
Zuurstof + glucose => Water + koolstofdioxide + energie
D
Water + koolstofdioxide => glucose + zuurstof
Slide 1 - Quiz
Bij borstademhaling bewegen
A
middenrif
B
ribben en borstbeen
Slide 2 - Quiz
Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel
Slide 3 - Drag question
luchtpijp
longen
Slide 4 - Drag question
longblaasjes
longen
Bronchiën
longtakje
Luchtpijp n
Slide 5 - Drag question
Zuurstof uit wordt
koolstofdioxide uit wordt
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats
de lucht
het bloed
opgenomen in het bloed
afgegeven aan de lucht
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Bloed bestaat uit:
1. rode bloedcellen
2. bloedplaatjes
3. bloedplasma
4. witte bloedcellen
Aantekening
Slide 8 - Slide
rode bloedcel
Bevatten hemoglobine => zorgt ervoor dat zuurstof kan blijven plakken aan een rode bloedcel
Aantekening
Slide 9 - Slide
Hemoglobine
Functie: vervoeren van zuurstof
Zit in de rode bloedcel
Maakt de rode bloedcel rood
Aantekening
Slide 10 - Slide
Bloedplasma
- vervoert stoffen
Bloedplasma is een gele vloeistof die voor 91,5% uit water bestaat en voor 8,5% uit eiwitten (zoals antistoffen, stollingsfactoren en albumine), zouten, vetten en suikers.
Aantekening
Slide 11 - Slide
Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed
Slide 12 - Quiz
Deze bloedcel vervoert zuurstof:
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje
Slide 13 - Quiz
Deze bloedcel speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling:
A
Rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Witte bloedcel
Slide 14 - Quiz
welke bloedcel helpt je beter te worden?
A
Bloedplaatje
B
Witte bloedcel
C
Rode bloedcel
Slide 15 - Quiz
In de rode cirkel zie je:
A
Een rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Een witte bloedcel
D
Een blauwe bloedcel
Slide 16 - Quiz
In een bepaalde cel zit hemoglobine. Welke cel/nummer is dit?
A
witte bloedcel, nummer 2
B
witte bloedcel, nummer 1
C
rode bloedcel,nummer 1
D
rode bloedcel, nummer 2
Slide 17 - Quiz
Ribademhaling heet ook wel
A
Middenrifademhaling
B
Borstademhaling
Slide 18 - Quiz
witte
bloedcel
rode
bloedcel
bloed-plaatje
Slide 19 - Drag question
3 type bloedvaten
slagader
ader
haarvaten
Aantekening
Slide 20 - Slide
Slagader
Altijd van het hart naar organen
Dikke, stevige wand (vangt harde klap op)
Hoge bloeddruk
Diep in het lichaam
Hartslag is voelbaar
Slide 21 - Slide
Ader
Van organen naar het hart
Dunne wand
Lage bloeddruk
Kleppen
Minder diep in het lichaam
Hartslag nauwelijks voelbaar
Aantekening
Slide 22 - Slide
Waarom heeft een ader kleppen?
Een ader vervoerd vaak bloed tegen de zwaartekracht in; bloed zal dan terugvallen en ophopen in je benen!
Kleppen openen bij elke hartslag even, zodat de bloeddruk het bloed omhoog duwt. Kleppen voorkomen dat het weer naar beneden valt.
Slide 23 - Slide
ader en spatader
Slide 24 - Slide
Haarvat
heel dun
tussen slagaders en aders in
Hiervandaan gaat zuurstof + voedingsstoffen naar het orgaan
Vanuit het orgaan komen koolstofdioxide + afvalstoffen in het haarvat