5.4 Voortplanten

5.4: Voortplanten
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.4: Voortplanten

Slide 1 - Slide

Programma
  • Voorkennis ophalen
  • Theorie paragraaf 10.3 
  • Opdrachten maken
  • Herhalen leerdoelen 
  • Quiz

Slide 2 - Slide

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 3 - Drag question

Hoe heet dit?

Slide 4 - Slide

Bol of Knol?

Slide 5 - Slide

+
+
Reactieschema van de fotosynthese
Glucose
Water
Licht
Koolstofdioxide
O2

Slide 6 - Drag question

Aan het einde van de les kan je... 
  • ... de naam en kenmerken van de onderdelen van van een bloem benoemen en hun  functies uitleggen

  • ... de verschillende manieren van bestuiving uitleggen
  • ... de processen bestuiving en vruchtvorming uitleggen
  • ... de verschillende manieren van verspreiden van zaden uitleggen
  •  ... de levencyclus van een plant beschrijven

Slide 7 - Slide

Voortplanting
Bij voortplanting ontstaan nieuwe planten
Een plant heeft bloemen voor de voortplanting





Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Onderdelen van een bloem met functie
  • Bloembodem: hieraan zitten andere delen van de bloem vast.
  • Kelkbladeren: groene blaadjes, beschermen de bloem tegen kou, uitdroging en beschadiging als de bloem in de knop zit.
  • Nectarkliertjes: klieren onderin de bloem, die nectar maken = zoete stof die insecten eten.
  • Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes, hiermee lokt de plant insecten.
  • Stamper: middenin de bloem, is voor de voortplanting
  • Meeldraden: staan rondom stamper, zijn voor voortplanting

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

De gekleurde bladeren waarmee insecten naar de plant worden gelokt heten:
A
Kelkbladern
B
Kleurbladeren
C
Kroonbladeren
D
Prinsbladeren

Slide 13 - Quiz

Hoe heet dit type blad?

Slide 14 - Open question

Onderdelen van stamper en meeldraden

Slide 15 - Slide

Stamper (V)
  • De stempel, stijl en het vruchtbeginsel samen heet de stamper
  • In het vruchtbeginsel zit een zaadbeginsel (met eicel)
  • Dit zijn de 'vrouwelijke' geslachtsdelen van de bloem 

Slide 16 - Slide

Meeldraad (M)
De helmknop en het helmdraad vormen samen de meeldraad

De stuifmeelkorrels te vergelijken met zaadcellen van mensen

Dit zijn dus de mannelijke geslachtsdelen van de bloem

Slide 17 - Slide

Stuifmeel is afkomstig van de
A
Stamper
B
Meeldraad

Slide 18 - Quiz

Hoe heet dit onderdeel van de stamper?

Slide 19 - Open question

Bestuiving
 "Stuifmeel van de meeldraden van een bloem gaan naar de stamper van een bloem van dezelfde soort plant."

Eigen stamper zelfbestuiving

Stamper van andere bloem =kruisbestuiving 

Slide 20 - Slide

Hoe heet het proces
op het plaatje?
A
overdrachtbestuiving
B
zelfbestuiving
C
kruisbestuiving
D
automatische bestuiving

Slide 21 - Quiz

Bestuiving: Insecten
  • Kleur en geur lokt insecten
  • Tijdens zoeken/eten naar nectar plakt stuifmeel op insect
  • Insect gaat naar andere bloem en raakt daar de kleverige stempel
  • Stuifmeel op Stempel = Bevruchting

Slide 22 - Slide

Bestuiving: wind
Minder opvallend dan insectenbloemen

Meeldraden hangen ver uit bloem (meer contact wind)

Verschillende mechanismes om door de wind meegenomen te worden (video)

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

Verschil insectenbloem en windbloem

Slide 25 - Slide

Insectenbloem
Windbloem
geen 
kroonbladeren
nectar
meeldraden 
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig

Slide 26 - Drag question

Een insectenbloem heeft opvallende kroonbladeren om insecten te lokken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Bekijk de afbeelding

BOVEN: insectenbloem

ONDER: windbloem


A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Ontwikkeling van vruchten
  • Stuifmeel komt op stempel
  • Celkern van een stuifmeelkorrel raakt eicel
  • Vruchtbeginsel groeit en wordt een vrucht
  • Zaadbeginsels worden zaden

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Hoe worden zaden verspreid?

1. Door de wind
2. Door dieren (en insecten)
3. Door de plant zelf


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Er zijn drie manieren van zaadverspreiding. De wind, dieren en ...

Slide 37 - Open question

Levencyclus van een plant
De levencyclus (kring van gebeurtenissen in vast volgorde) van een bonenplant:

1. Ontkiemen, ontstaan nieuwe plant
2. Groeien tot volwassen plant, ontstaan bloemen
3. Ontstaan vruchten en zaden
4. Verspreiding van zaden

Slide 38 - Slide

Huiswerk 
Maken paragraaf 5.4

Slide 39 - Slide

Quiz

Schrijf je naam op!!

Slide 40 - Slide

Vraag 1: Het mannelijke voortplantingsorgaan van een bloem, dat stuifmeel bevat, heet
A) De stempel
B) De stamper
C) De stijl
D) De meeldraad

Slide 41 - Slide

Vraag 2: Een verschil tussen insecten- en windbloemen is dat
A) Alleen de insectenbloem heeft stuifmeel
B) Alleen windbloem heeft stuifmeel
C) De meeldraden hangen bij een insectenbloem uit de bloem, bij de windbloem niet
D) De meeldraden hangen bij een windbloem uit de bloem, bij de insectenbloem niet

Slide 42 - Slide

Vraag 3: Welke stelling is waar?
A ) De stuifmeelkorrels zijn de vrouwelijke voortplantingscellen
B) De eicellen zijn de mannelijke voortplantingscellen
C) Bovenop de meeldraad zit de helmknop
D) De stijl bestaat uit de stamper en het vruchtbeginsel

Slide 43 - Slide

Vraag 1: Het mannelijke voortplantingsorgaan van een bloem, dat stuifmeel bevat, heet
A) De stempel
B) De stamper
C) De stijl
D) De meeldraad

Slide 44 - Slide

Vraag 2: Een verschil tussen insecten- en windbloemen is dat
A) Alleen de insectenbloem heeft stuifmeel
B) Alleen windbloem heeft stuifmeel
C) De meeldraden hangen bij een insectenbloem uit de bloem, bij de windbloem niet
D) De meeldraden hangen bij een windbloem uit de bloem, bij de insectenbloem niet

Slide 45 - Slide

Vraag 3: Welke stelling is waar?
A ) De stuifmeelkorrels zijn de vrouwelijke voortplantingscellen
B) De eicellen zijn de mannelijke voortplantingscellen
C) Bovenop de meeldraad zitten drie knophelmen
D) De stamper bestaat uit de stempel, steel en het vruchtbeginsel

Slide 46 - Slide

+
+
Reactieschema van de fotosynthese
Glucose
Water
Licht
Koolstofdioxide
O2

Slide 47 - Drag question

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem
Bloemsteel
7

Slide 48 - Slide