Van start met Nederlands

1 / 20
next
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Viastarttaal online
Hierin oefen je spelling, stijl, grammatica en woordenschat.
Je begint met een instaptoets. 
De onderdelen waar je een voldoende voor haalt, hoef je niet meer te oefenen.
Je sluit af met een eindtoets, waar je minimaal een 5,5 voor moet halen.
Methodes

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Starttaal leerwerkboek
Hierin oefen je de examenonderdelen 'lezen, luisteren,schrijven,spreken en gesprekken voeren'. 
Tijdens de les maak je opdrachten in het werkboek, je vraagt daarop feedback van de docent of klasgenoten. 
Controle: steekproef -> 80% van de opdrachten af, authentiek en actueel? 
-> toetsen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe?
Tijdens de lessen Nederlands: instructie, oefeningen, werkboek en studiemeter.
Tijdens de andere lessen: feedback op geschreven en gesproken werk


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Examen
Als je studiemeter met minimaal 5,5 hebt afgerond
en
De opgegeven opdrachten in je werkboek voldoende hebt gemaakt
en 
Minimaal een 6 voor de toetsen van elk examenonderdeel hebt gehaald
en
Je scoort voldoende op houding en participatie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Viastarttaal online
Starttaal leerwerkboek
Instaptoets
Oefenen voor examenonderdelen
Grammatica
Feedback van klasgenoten
Minimaal een 6 voor de toetsen
Steekproef
Minimaal 5,5 voor de eindtoets

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat weet je nog van werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

zelfstandig werken
1. instaptoets studiemeter
2. opdracht werkboek
3. opdracht lesson up

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Werkwoordspelling

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Heb je de instaptoets al af? Nee? Dan is dat je huiswerk.
Aan het einde van deze les heb je de oefeningen in studiemeter af én 2 opdrachten uit het werkboek klaar.

Ga naar studiemeter.nl -> werkwoordspelling.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oefen tegenwoordige tijd tot je een voldoende hebt,
daarna doe je hetzelfde met verleden tijd en voltooid deelwoord.
Vraag hulp als je er niet uitkomt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

werkboek
Thema 1 hoofdstuk 3
oefening: 2, 3, 4 en 5

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Samenvatting
Feiten en meningen

Een feit is iets wat waar is of wat niet waar is. Of het feit waar of onwaar is, kun je controleren.
Een mening is wat iemand vindt van iets. Met een mening kun je het eens zijn of oneens.
Een mening kun je onderbouwen met argumenten.
Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt. In een tekst vind je argumenten door te zoeken naar signaalwoorden, zoals want, omdat, namelijk en immers. Achter deze signaalwoorden vind je vaak argumenten die een bepaalde mening onderbouwen.
Sommige teksten zijn bedoeld om alleen feiten weer te geven. Je moet erop kunnen vertrouwen, dat het waar is wat er staat. Als er meningen of verzonnen dingen in staan, heb je er niets meer aan.
Een voorbeeld van zo'n tekst is de bijsluiter bij een geneesmiddel. Stel je voor dat daar zoiets zou staan als: "Naar onze mening is het niet gezond om meer dan drie dagen achter elkaar paracetamol te slikken. Maar misschien krijgt u er geen last van."
Andere teksten zijn juist waardeloos als er geen meningen in staan.
Stel je voor: een filmrecensie waar alleen het verhaaltje wordt verteld en de namen van de acteurs, en de laatste zin luidt: "Of deze film de moeite waard is, moet u zelf maar bepalen. Wij weten niet wat we ervan moeten vinden." Daar word je niet veel wijzer van!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zoek op internet 
 een tekst waarin je 3 feiten markeert
en 
een tekst waarin je 3 meningen markeert


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Keuzeopdracht per duo
1.  Maak zelf fake news / nepnieuws. Geen redactie die je tegenhoudt! 
Duur: 20 minuten, link via de mail 
2. Bedenk twee (nieuws)berichten die waar zijn en één dat niet waar is. Klasgenoten moeten raden welk bericht nep is! 
Duur: 20 minuten
3. Klaar? 
Mail mij de link (opdracht 1), of de drie nieuwsberichten (opdracht 2)





Slide 19 - Slide

afsluiter

Slide 20 - Link

This item has no instructions