Chemisch rekenen - herhaling molaire massa, mol en molariteit (hfd5, H4, Chemie)

Molaire massa, mol en molariteit
Herhaling molaire massa
Herhaling chemische hoeveelheid mol
Herhaling molariteit

Via opgaven en YouTube

1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Molaire massa, mol en molariteit
Herhaling molaire massa
Herhaling chemische hoeveelheid mol
Herhaling molariteit

Via opgaven en YouTube

Slide 1 - Slide

De atoommassa en ionmassa zijn gelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Atoommassa en ionmassa
Als je de vorige vraag fout had, lees dan het stukje over ionmassa op blz 85 nog eens.
Een elektron heeft een verwaarloosbare massa en dus is de atoommassa gelijk aan de ionmassa (en is de ionmassa gelijk aan de atoommassa).

Slide 3 - Slide

Ik snap de begrippen chemische hoeveelheid en de eenheid "mol"
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Mol
Als je de begrippen (nog) niet goed begrijpt, kijk dan het filmpje op de volgende pagina. 
Als je de begrippen wel goed begrijpt, mag je doorgaan naar de volgende vraag.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat is de molaire massa van hexaanzuur?

C6H12O2

Slide 7 - Open question

Molaire massa
Als je de vorige vraag fout had, lees dan het stukje over molaire massa op blz 89 nog eens.
De atomaire massa is de massa per molecuul en die geef je met de eenheid "u".
De molaire massa is de massa van 1 mol stof en die geef je met de eenheid "g/mol".
Zie ook het filmpje op de volgende pagina's. (Het filmpje heb je misschien al gekeken voor het begrip "mol".

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat is de massa van 3,50 mol calciumchloride?

Slide 10 - Open question

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan de "zo doe je dat" op blz 90 nog een keer. Kijk ook het filmpje op de volgende pagina. 
Als het aantal significante cijfers nog niet duidelijk is, lees je §5.1 nogmaals. 
Je kijkt ook het tweede filmpje over significante cijfers.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Hoeveel mol is 944,53g glucose?


C6H12O6

Slide 14 - Open question

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan de "zo doe je dat" op blz 90 nog een keer. Kijk ook het filmpje op de volgende pagina. 
Als het aantal significante cijfers nog niet duidelijk is, lees je §5.1 nogmaals. 
Je kijkt ook het tweede filmpje over significante cijfers.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

De concentratie glucose is 0,450M.
Hoeveel mol glucose zit er in 300ml?

Slide 18 - Open question

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan de blz 91 nog een keer. 
Kijk ook de filmpjes op de volgende pagina's. 
Hier wordt de stof uitgebreider besproken dan in ons boek, maar kan wel enorm helpen als je het lastig vindt. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Er wordt 8,54g glucose opgelost in 750ml water. Wat is de [glucose]?

Slide 22 - Open question

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan de blz 91 nog een keer. 
Kijk ook de filmpjes op de volgende pagina's. 
Hier wordt de stof uitgebreider besproken dan in ons boek, maar kan wel enorm helpen als je het lastig vindt. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Er wordt 15,4g magnesiumchloride opgelost in 250ml water.
Wat is de [Cl-]?

Slide 26 - Open question