Veelvoorkomende vragen CE:
Wie zegt wat over …? Wat is volgens de tekst waar? Wat staat er in de tekst over…. (tekstbegrip)·
Wat wordt er bedoeld met …). In de tekst staat … wat wordt hiermee bedoeld? (woordbegrip)
Wat is het doel van de schrijver met deze tekst? (– vaak in combinatie met tekstbegrip) (tekstdoelen – informeren, uitleg geven/instrueren, mening geven, overtuigen, overhalen, amuseren)
Wat is het onderwerp van de tekst of alinea? Of: Wat is een goed tussenkopje bij deze alinea? Wat is een goede samenvatting van de tekst of alinea? (samenvatten/begrijpen)
Waarnaar verwijst een woord? (verwijswoorden, signaalwoorden)
Wat is de mening van de schrijver?
Welke argumenten gebruikt de schrijver? (vooral 3F)