3.4 Krachten in werktuigen

NaSk klas 3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 2,3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

NaSk klas 3

Slide 1 - Slide

Leswissel 5 min
Wat gaan we vandaag doen?
1 min
5 min
5 min

25 min
4 min

  • Korte opmerking
  • Terugblik vorige les
  • Zelfstandig tekst doorlezen
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesstart 5 min
Werkbladen

Slide 3 - Slide

Lesstart 5 min
De vorige les
Krachten (F) meet je in newton (N)

Krachten kun je niet zien, wel herkennen:
- vorm veranderd
- beweging veranderd (richting of snelheid)

Soorten krachten:
Fspier         Fveer          Fspan          Fmagn            Fz

Slide 4 - Slide

Lesstart 5 min
De vorige les
Krachten teken je met een pijl:
- richting
- aangrijpingspunt (beginpunt)
- lengte (krachtenschaal, voorbeeld 1 cm = 3 N)

Krachten meet je met een veerunster.
- slappe veer = kleine krachten
- stugge veer = grote krachten


Slide 5 - Slide

Lesstart 5 min
De vorige les
De zwaartekracht kun je ook berekenen:
Fz = m x g             op aarde geldt: g = 10 N/kg


Bij de nettokracht kijk je welke kracht er in totaal overblijft als alle krachten samenwerken:
- Twee krachten die in dezelfde richting werken mag je bij elkaar optellen.
- Twee krachten die elkaar tegen werken mag je van elkaar af halen.

Slide 6 - Slide

Lesstart 5 min
De vorige les
Als er evenwicht is dan zijn heffen alle krachten elkaar op, een voorwerp staat dan stil en vervormt niet.
De nettokracht is dan 0 N.

Als een voorwerp ergens stil op staat moet de zwaartekracht worden opgeheven. Deze kracht noemen we de normaalkracht
De normaalkracht is altijd even groot als de zwaartekracht.


Slide 7 - Slide

Lesstart 5 min
Lees de tekst door
Groen = ik snap het goed
Oranje = ik snap het maar vindt het wel lastig
Roze = ik snap het niet

timer
5:00

Slide 8 - Slide

Lesstart 5 min

Slide 9 - Video

This item has no instructions

3.4 Krachten in werktuigen
Belangrijke begrippen
Hefboom
Draaipunt
Dubbele hefboom
Werkkracht
Last
Werkarm
Lastarm

Slide 10 - Slide

Lesstart 5 min
3.3 Veranderen van fase
Stel jezelf deze vragen:
  1. In welke fase was de stof eerst?
  2. In welke fase is de stof daarna?
  3. Hoe heet deze fase-overgang?

Een bevroren plas water wordt steeds kleiner bij strenge vorst.

Slide 11 - Slide

Lesstart 5 min
3.3 Veranderen van fase
Stel jezelf deze vragen:
  1. In welke fase was de stof eerst?
  2. In welke fase is de stof daarna?
  3. Hoe heet deze fase-overgang?

De takken van bomen en struiken zijn bedekt met een dun laagje ijskristallen.

Slide 12 - Slide

Lesstart 5 min
3.3 Veranderen van fase
Stel jezelf deze vragen:
  1. In welke fase was de stof eerst?
  2. In welke fase is de stof daarna?
  3. Hoe heet deze fase-overgang?

Het gras is 's ochtends vroeg nat van de dauw.

Slide 13 - Slide

Lesstart 5 min
3.3 Veranderen van fase
Fase-overgang: wanneer de stof van de ene fase naar de andere fase gaat.

Stel jezelf deze vragen:
  1. In welke fase was de stof eerst?
  2. In welke fase is de stof daarna?
  3. Hoe heet deze fase-overgang?

Slide 14 - Slide

Lesstart 5 min
Zelf aan de slag
2.3 Massa en volume
Lees de tekst op blz. 48 t/m 51
Maak opdracht 1 t/m 12 op blz. 52 t/m 56

Klaar?
Nakijken en test jezelf
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Lesstart 5 min
Wat jullie vandaag hebben geleerd...


  • Wat de massa en het volume van een voorwerp zijn
  • Hoe je op twee manieren het volume kan bepalen

  • Zijn er nog vragen?
  • Wat vonden jullie van de les?

Slide 16 - Slide

Lesstart 5 min
De volgende les

Gaan we aan de slag met: 

Huiswerk: 

Slide 17 - Slide

Lesstart 5 min
Einde van de les

  • Blijf rustig op je plek zitten tot de bel gaat en schuif je je stoel aan.

  • Tot de volgende les! 

Slide 18 - Slide

Lesstart 5 min