CV Les 7A

• Communicatie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Communicatieve vaardigheden

Les 7A
Docent: Sadiye Tas
[e-mail]

Lesinhoud

• Terugblik vorige les: quiz
• Voorkennis ophalen: inhouds- en betrekkingsniveau
• Theorie thema 1.5: inhouds- en betrekkingsniveau
• Presenteren

• Zelfstandig aan het werk met verwerkingsopdracht(en)

- actief luisteren en LSD toepassen (oefenen voor eindcasus)

- oefenen met inhouds- en betrekkingsniveau

Lesdoelen

• De student kan de kennis die in voorgaande lessen zijn opgedaan toetsen door middel van een quiz en vervolgens reflecteren op  begrip en voortgang
• De student kent het inhouds- en betrekkingsniveau van het gesprek en kan deze toepassen in een opdracht
• De student kan voorlichting geven over een bepaalde doelgroep

Vraag 1:
Wat is interne ruis in communicatie?

1. Een verstoring in de communicatie door externe factoren, zoals lawaai.
2. Een verstoring in de communicatie door factoren binnen het directe communicatieproces.
3. Een verstoring die optreedt wanneer er onvoldoende interesse is van de ontvanger.
4. Een verstoring door het ontbreken van een boodschap.

Vraag 2:
Welke van de onderstaande situaties is een voorbeeld van semantische ruis?

1. Een collega is gestrest en kan zich niet concentreren tijdens een gesprek.
2. Er is veel achtergrondlawaai tijdens een gesprek.
3. Een cliënt begrijpt de gebruikte vaktermen van een sociaal werker niet goed.
4. Een gesprekspartner interpreteert een bepaalde uitspraak als een persoonlijke aanval.

Vraag 3: Wat is psychologische ruis?

1. Een verstoring in de communicatie door culturele verschillen
2. Een verstoring die voortkomt uit de fysieke omgeving, zoals lawaai.
3. Een verstoring in de communicatie door mentale of emotionele factoren, zoals angst of stress
4. Een verstoring die veroorzaakt wordt door te veel technische termen

Vraag 4: Wat wordt bedoelt met de term: zender?

Vraag 5:
Welke van de volgende voorbeelden is een medium in communicatie?

1. De zender
2. De boodschap
3. Een e-mail
4. De ontvanger

Vraag 6:
Wat is het communicatiedoel wanneer je een collega uitlegt hoe je een specifiek proces moet uitvoeren?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Instrueren
4. Motiveren

Vraag 7: Wat is het doel van communicatie als je een gesprek voert om te zorgen voor duidelijkheid over de agenda van een vergadering?

1. Overtuigen
2. Instrueren
3. Contact onderhouden
4. Informeren

Vraag 8: Waar staat de afkorting LSD ook al weer voor?

Vraag 9: Wat betekent actief luisteren?

1. Je luistert passief zonder enige interactie met de spreker
2. Je luistert met volle aandacht en herhaalt de boodschap in je eigen woorden om te controleren of je de ander goed begrijpt
3. Je reageert onmiddellijk op wat de ander zegt, met je eigen mening
4. Je geeft advies terwijl de ander aan het praten is

Vraag 10: Wat is een belangrijk kenmerk van actief luisteren?

1. Het stellen van doelgerichte vragen.
2. Het delen van je eigen mening tijdens het gesprek
3. Het geven van advies en oplossingen.
4. Het verwaarlozen van de lichaamstaal van de ander.

Wat weet je al over betrekkingsniveau -en inhoudsniveau?
Schrijf op wat je weet.

Theorie: Inhouds- en betrekkingsniveau

• Inhoudsniveau gaat over de inhoudelijke boodschap van het gesprek. 
• Verbale communicatie is van belang, het gaat om de betekenis van de woorden die je uitspreekt.

Betrekkingsniveau

• Betrekkingsniveau gaat over de onderlinge relatie tussen de zender en de ontvanger.

Presenteren

• Individueel presenteren: Mohamed/Zoya/Shenaira
•  Tip en top
• Docent beoordeeld

ik zie..

ik hoor..

ik krijg de indruk dat..

Wat heb je vandaag geleerd over....?

Aan de slag

• Wat weet je nog?
• Nabespreken is belangrijk om alles nog opnieuw te begrijpen
• Maak opdracht 1 tot en met 6 individueel
  
• Zijn jullie klaar dan ga in drietallen voeren en oefen je met LSD, parafraseren, doorvragen en actief luisteren.
  

(zie stencil ook op papier)