2.4 consumeer of consuminder

Wat gaan we vandaag doen?


  • Uitleg hoofdstuk 2 paragraaf 4
  • Maken opdrachten uit boek
  • bespreken opdrachten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?


  • Uitleg hoofdstuk 2 paragraaf 4
  • Maken opdrachten uit boek
  • bespreken opdrachten

Slide 1 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? 

Slide 2 - Slide

           In deze les leer je:
           - wat milieuschade is;
           - hoe consumptie het milieu beïnvloedt;
           - wat we bedoelen met maatschappelijke kosten.
       
      
     

Slide 3 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? 
Negatieve gevolgen van consumeren
  • Milieuschade
  • Vervuiling van lucht, water en bodem
  • Het verbruik van grondstoffen
  • Verbruik van fossiele brandstoffen
  • Ontstaan van afval

Slide 4 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? 
Broeikaseffect:
  • Door meer CO2 in de lucht, warmt de aarde op
  • Stijging van de temperatuur zorgt voor een grotere kans op natuurrampen

Slide 5 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? 
Hoe krijg jij informatie over het product dat je koopt?
  • energielabel -> verplicht door de EU
  • milieukeurmerk

  • Geeft aan dat het product milieuvriendelijk of diervriendelijk is geproduceerd
  • Er zijn verschillende keurmerken voor verschillende productcategorieën


Slide 6 - Slide

2.4 Consumeren of consuminderen? 
Maatschappelijke kosten
  • Kosten voor afvalverwijdering, natuurbescherming of nadelige gevolgen voor de gezondheid van mensen
  • Blijvende schade door uitgestorven planten en dieren, verdwenen natuurgebieden, een veranderend klimaat of opgeraakte grondstoffen


Maatschappelijke kosten:
Nadelen die de samenleving ondervindt en meebetaalt aan het voorkomen of herstellen hiervan (zoals milieuschade)

Slide 7 - Slide

Aan het werk!!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 52 t/m 55

Maak de opdrachten 1 t/m 10

Klaar!! verder met rekenen 
bladzijde 62 en 63

Slide 8 - Slide

Maken hoofdstuk 2 Paragraaf 4
opdracht 1 t/m 10
inleveren door middel van foto of bestand

Slide 9 - Open question

Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Slide

Juist of onjuist?
Een Energielabel op een koelkast plakken is milieuvriendelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Hoe kan de overheid de milieuproblemen aanpakken?
A
Promoten van scheiden van afval
B
Belasting verhogen op milieuvervuilende goederen
C
Wet- en regelgeving over CO2-uitstoot door bedrijven
D
Belastingvoordeel voor milieuvriendelijke bedrijven

Slide 12 - Quiz

In welk geval werkt de consument NIET mee aan een beter milieu?
A
Spullen te koop aanbieden op Marktplaats
B
Hout kopen met het FSC-keurmerk
C
Met de trein reizen
D
De verwarming hoog zetten en de ramen open zetten

Slide 13 - Quiz

De overheid wil meer toe naar het principe
'de vervuiler betaalt'.
Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
Maatschappelijke kosten blijven gelijk
B
Maatschappelijke kosten stijgen
C
Maatschappelijke kosten dalen

Slide 14 - Quiz

Productie levert milieuschade op.
Wat is juist over milieuschade?
A
Milieuschade is direct merkbaar
B
Herstellen is onmogelijk
C
Milieuschade is niet direct merkbaar
D
Consumptie levert geen milieuschade op

Slide 15 - Quiz

Wat is een gevolg van milieuschade?

A
Leefgebieden van dieren verdwijnen
B
In de zomer mag je niet zwemmen in het zwembad
C
Mensen hebben geen geld meer om op vakantie te gaan
D
Er komen nieuwe dier- en plantensoorten bij

Slide 16 - Quiz

Vul in:
een koelkast met Energielabel A is ......... dan een koelkast met Energielabel C.
A
milieuvriendelijker
B
milieu-onvriendelijker
C
even goed voor het milieu

Slide 17 - Quiz

Wat is recycling?
A
Geen nieuwe producten kopen
B
Producten langer gebruiken dan normaal is
C
Het maken van nieuwe producten uit afval.
D
Voetafdruk vergroten

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video