Herhaling grammatica

Herhaling grammatica
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling grammatica

Slide 1 - Slide

Zoek de bijwoordelijke bepaling
Zoek het lijdend voorwerp
Zet zinsdeelstrepen
Zoek het onderwerp
Zoek het meewerkend voorwerp
Zoek de persoonsvorm
Zoek het werkwoordelijk gezegde

Slide 2 - Drag question

In welke volgorde staan de zinsdelen in deze zin?
Willen deze jongeren elke zaterdag en zondag uitslapen?
A
pv/wg - ow - bwb - bwb - wg
B
pv/wg - ow - bwb - wg
C
pv/wg - ow - bwb - bwb
D
pv/wg - ow - lv - bwb - wg

Slide 3 - Quiz

Noem alle manieren die je kent om de persoonsvorm te vinden

Slide 4 - Open question

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
Tijdens de les gaf Nouschka alle weekendnieuwtjes door aan Jolinde.

Slide 5 - Open question

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
Mijn oom uit Oss heeft laatst deze shirts van Nike uit Amerika meegebracht.

Slide 6 - Open question

Hoe weet je waar je zinsdeelstrepen moet zetten?

Slide 7 - Open question

Staan de zinsdeelstrepen goed?
Deze gorilla / kwam / in 2007 / plotseling / in het nieuws.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Staan de zinsdeelstrepen goed?
In dat jaar / ontsnapte / hij uit zijn verblijf.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 10 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin?
Tijdens de les gaf Nouschka alle weekendnieuwtjes door aan Jolinde.

Slide 11 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin?
Mijn oom uit Oss heeft laatst deze shirts van Nike uit Amerika meegebracht.

Slide 12 - Open question

Wat is het gezegde?

Slide 13 - Open question

Wat is het gezegde in deze zin?
Mijn oom uit Oss heeft laatst deze shirts van Nike uit Amerika meegebracht.
A
heeft laatst meegebracht
B
heeft
C
heeft meegebracht
D
meegebracht

Slide 14 - Quiz

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 15 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Tijdens de les gaf Nouschka alle weekendnieuwtjes door aan Jolinde.
A
Tijdens de les
B
Aan Jolinde
C
Weekendnieuwtjes
D
Alle weekendnieuwtjes

Slide 16 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Mijn oom uit Oss heeft laatst deze shirts van Nike uit Amerika meegebracht.
A
Shirts
B
Deze shirts
C
Deze shirts van Nike
D
Deze shirts van Nike uit Amerika

Slide 17 - Quiz

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

Slide 18 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
Tijdens de les gaf Nouschka alle weekendnieuwtjes door aan Jolinde.
A
Nouschka
B
Aan Jolinde
C
Door aan Jolinde
D
Geen meewerkend voorwerp

Slide 19 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
Mijn oom uit Oss heeft laatst deze shirts van Nike uit Amerika meegebracht.
A
Uit Amerika
B
Mijn oom uit Oss
C
Laatst
D
Geen meewerkend voorwerp

Slide 20 - Quiz

Welke vragen horen er allemaal bij de bijwoordelijke bepaling?

Slide 21 - Open question

Noteer alle bwb's van deze zin:
Wanneer heeft Herman Brood dit museum ooit een van zijn schilderijen geschonken?

Slide 22 - Open question

Noteer alle bwb's van deze zin:
Gisteren heb ik in Almere nieuwe schoenen gekocht.

Slide 23 - Open question

Hoe ga je leren voor de toets?

Slide 24 - Open question