PE 6.2

Deze les:
- korte herhaling paragraaf 6.1
- paragraaf 6.2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les:
- korte herhaling paragraaf 6.1
- paragraaf 6.2

Slide 1 - Slide

Wel of geen invoerrechten:
betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten

Slide 2 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van protectionisme?

Slide 3 - Open question

Wat zijn voorbeelden van protectiemaatregelen?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importquota
D
Invoerrechten

Slide 4 - Quiz

Door invoerrechten te heffen worden importproducten
A
goedkoper.
B
duurder.
C
geen van beide.

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de 2 belangrijkste afspraken binnen de EU?

Slide 6 - Open question

Hoofdstuk 6: Meer over de markt
Paragraaf 2: De uitkomsten van de markt

Slide 7 - Slide

Doel van deze les
  • Je kunt vertellen wat welvaart is.
  • Je kunt uitleggen wat negatieve- en positieve externe effecten zijn en je kunt hier voorbeelden van noemen.
  • je begrijpt wat de overheid kan doen om de negatieve externe effecten te beperken. 

Slide 8 - Slide

Welvaart

Slide 9 - Mind map

Welvaart
Er zijn veel verschillende definities van 'welvaart', bij economie houden we de volgende aan:

'De welvaart geeft aan in welke mate mensen in staat zijn om hun behoeften aan schaarse goederen en diensten te bevredigen.'
 
Behoeften zijn altijd groter dan de middelen (hoofdstuk 1), dus de welvaart stijgt als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen. 

Slide 10 - Slide

Wie profiteert van de markt?

Slide 11 - Slide

Maak nu 6.2 opdracht 1 t/m 5
Jullie hebben daarvoor 20 minuten de tijd 

Slide 12 - Slide

Externe effecten
  • een 'bijwerking' van de markt
  • Positief of negatief


Slide 13 - Slide

Externe effecten
  • een 'bijwerking' van de markt
  • Positief of negatief

Wat kan de overheid doen om de negatieve externe effecten te beperken?

Slide 14 - Slide

Effectief leren met behulp van flashcards
Een flashcard is een kaartje waar nog niets op staat.

Aan de ene kant schrijf je een vraag of begrip, aan de andere kant de betekenis of het antwoord. Bij economie bijv. de begrippen, formules, vragen over de leerstof, opgaven uit het boek.

Hiermee kun je jezelf vervolgens overhoren, bijv. met een spel:

Slide 15 - Slide

nodig: flashcards en 3 bakjes, genummerd met een '1', '3' en '5'.

Alle kaartjes in bakje 1. Als je het antwoord makkelijk weet, gaat de kaart naar bakje 3. Weet je het niet of lastig, dan weer onderop de stapel in bakje 1. Wees kritisch bij het wegleggen! Niet te snel tevreden zijn maar ook niet te lang doorgaan met een kaart die je al goed kent. 

De kaartjes uit bakje 1 doe je morgen weer (iedere dag). De kaartjes uit bakje 3 overmorgen (elke 3 dagen). Kaartjes die je dan van bakje 3 naar bakje 5 kunt verplaatsen, doe je pas na 5 dagen weer. 

Weet je een kaartje uit bakje 3 of 5 niet, dan leg je hem in bakje 1. 
spel met de flashcards, het 'Leitner systeem'

Slide 16 - Slide

Voordelen van het Leitner systeem
  1. Je herhaalt de stof
  2.  Je bent actief bezig met de stof
  3. Het is motiverend
  4. Het is efficiënt 

Extra info over flashcards en het Leitner systeem zet ik op de drive! 

Slide 17 - Slide

De rest van de les:

  • maak 6.2 af (1 t/m 9)
  • maak de opdrachten van 6.1 af (1 t/m 14)
  • 6.1 en 6.2 nakijken

  • aan de slag met de flashcards

Slide 18 - Slide