VWO3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

VWO3

Ontbind in factoren

x​2​​+6x−16

1. (x+2)(x+8)
2. (x-2)(x+8)
3. (x+2)(x-8)
4. (x-2)(x-8)

Ontbind in factoren

x​2​​−x−12

1. (x+3)(x-4)
2. (x+3)(x+4)
3. (x-3)(x+4)
4. (x-3)(x-4)

Los op

2(x+5)​2​​−6=2

1. x=3 v x=7
2. x=3 v x=-7
3. x=-3 v x=7
4. x=-3 v x=-7

Bereken de x_top

f(x)=−4x​2​​+12

1. −​12​​4​​
2. −​8​​12​​=−1,5
3. 0
4. ​−8​​−12​​=1,5

f(x)=−3(x+2)(x+4)

Bereken de snijpunten met de x-as

1. (6,0) en (12,0)
2. (2,0) en (4,0)
3. (-2,0) en (-4,0)
4. (-2,0) en (0,-4)

 Verplaats f(x) =  2x2 

3 omhoog en 4 naar links.

De nieuwe functie is dan:

1. f(x)=2(x+4)​2​​+3
2. f(x)=2(x+4)​2​​−3
3. f(x)=2(x−4)​2​​+3
4. f(x)=2(x−4)​2​​−3

Los de kwadratische vergelijking op.

x​2​​+11x+18=0

1. x = 2 of x = 9
2. x = -3 of x = -6
3. x = -2 of x = -9
4. Geen oplossingen

De grafiek van 

y=2x​8​​

wordt eerst 5 omhoog verschoven en dan met 2 vermenigvuldigd. Wat is de nieuwe formule?

1. y=4x​16​​+10
2. y=4x​8​​+5
3. y=4x​16​​+5
4. y=4x​8​​+10

f(x)=3x​2​​+5x−11

 Wat is het snijpunt met de y-as?

1. (0,−11)
2. (0,11)
3. (−11,0)
4. (11,0)

f(x)=4(x−2)(x−4)

 Wat is x_top?

1. x​t​​=−3
2. x​t​​=3
3. x​t​​=6
4. x​t​​=−6

f(x)=−​2​​1​​(x+8)​2​​−4

Wat zijn de coördinaten van de top?

1. (8,4)
2. (−8,−4)
3. (−8,4)
4. (8,−4)

Een jas van €130 wordt in de uitverkoop voor €98 verkocht. Hoeveel procent korting is dat?

1. -32,7%
2. 32,7%
3. -24,6%
4. 24,6%

De dieselprijs per liter is in een week tijd gestegen
van € 1,32 naar € 1,40.

Hoeveel is de dieselprijs gestegen in procenten?

1. 5,3%
2. 7,8%
3. 6,1%
4. 8,4%

Een spelcomputer kost na een korting van 76 euro nu nog 384 euro. Hoeveel procent is de korting?

1. 19,8%
2. 16,5%
3. 3,3%
4. 7,6 %

Er zitten in 2020 1480 leerlingen op school. In 2021 is het aantal gestegen met 200 leerlingen. Met hoeveel procent is het toegenomen?

1. 13,5%
2. 18,3%
3. 11,9%
4. 6,4%

In 1960 waren er in Nederland 11,42 miljoen inwoners. Nu zijn dat er 17,28 miljoen. Hoeveel procent is het veranderd?

1. +51,3%
2. -51,3%
3. +33,9%
4. -33,9%

De prijs neemt eerst met 25% toe en daarna neemt het toe met 30%
Hoeveel procent is het in totaal toegenomen?

1. 55%
2. 62,5%
3. 56%
4. 63,8%

Een fiets wordt verkocht met korting. Van €250, nu voor €180. Met hoeveel procent is het bedrag afgenomen?

1. 25%
2. 28%
3. 39%
4. 38,9%

Hoeveel procent heeft voor
Movie A gekozen?
Rond af op één decimaal

1. 25,5
2. 25,7
3. 25,6
4. 25,8